Vragen van de leden Van Gerven en Leijten (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over twee urgente patiënten in een huisartsenpraktijk die de afgelopen week niet opgenomen konden worden in een verzorgings/verpleeghuis terwijl kamers leeg staan (ingezonden 6 oktober 2014).

Vraag 1

Wat is uw oordeel over het bericht van een huisarts uit Echt die zich grote zorgen maakt over twee patiënten die acuut opgenomen dienen te worden in een verpleeg- dan wel verzorgingshuis?1

Vraag 2

Kunt u garanderen dat deze patiënten een adequaat intramuraal zorgaanbod wordt gedaan zodat ze goed kunnen revalideren dan wel een menswaardig leven kunnen lijden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Hoe is het mogelijk dat er kamers leeg staan in een verzorgings- of verpleeghuis in de buurt maar dat deze patiënten daar niet terecht kunnen?

Vraag 4

Kan er een inschatting gegeven worden hoeveel patiënten jaarlijks in vergelijkbare situaties verkeren als deze huisarts schetst? Zo ja, waarop baseert u deze? Klopt het dat dit er tenminste tienduizenden moeten zijn gezien het feit dat deze huisarts dit in één week en naar zijn zeggen vaker meemaakt?

Vraag 5

Wilt u de mogelijkheid bezien dat huisartsen in crisissituaties zoals hierboven geschetst doorzettingsmacht krijgen om patiënten opgenomen te krijgen in een verzorgings- of verpleeghuis gedurende bijvoorbeeld zes weken, een tijd waarin een verdere indicatiestelling door het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) kan plaatsvinden? Zo ja, hoe gaat u dit realiseren? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

Het betreffende bericht is ondershands aan de Staatssecretaris verstrekt.

Naar boven