Vragen van de leden Marcouch en Yücel (beiden PvdA) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de betrokkenheid van jihadisten bij onderwijsorganisaties (ingezonden 16 september 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Jihadist Jermaine W. leidde een onderwijsorganisatie»?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op dit bericht? Kunt u ingaan op de in het artikel genoemde bevindingen van het dagblad de NRC over de stichting Educatief Instituut Arabische Taal en Cultuur?

Vraag 3

Wat is de verklaring voor het feit dat een voormalig lid van de Hofstadgroep nadrukkelijk betrokken kan zijn bij een organisatie die religieonderwijs geeft aan kinderen, zonder dat de overheid daar kennis van heeft en ingrijpt?

Vraag 4

Klopt het dat er in het Gooi meerdere onderwijsorganisaties zijn waarbij mensen met jihadistische sympathieën zijn betrokken? Zo ja, welke? Hoe typeert u deze organisaties? Bent u bereid zo snel mogelijk uitgebreid onderzoek te doen naar het bestaan, het functioneren en het pedagogische klimaat van deze organisaties?

Vraag 5

In welke mate zijn deze organisaties en hun activiteiten bekend bij de Nederlandse lokale en landelijke overheid en mogelijk bij uw veiligheidsdiensten?

Vraag 6

Zijn er aanwijzingen dat deze onderwijsorganisaties mede worden gebruikt om moslims te enthousiasmeren, te werven en klaar te stomen voor de jihadistische strijd? Zo ja, welke? Waarom is niet ingegrepen tegen bijvoorbeeld de oprichter van de organisatie in het Gooi, een bekende radicale prediker?

Vraag 7

Op welke wijze worden de ouders van de kinderen die les volgen aan deze onderwijsorganisaties actief geïnformeerd over de praktijken die er gaande zijn? Wat is er bekend over de motieven van de ouders die hun kinderen via deze organisaties Koranlessen laten volgen?

Vraag 8

Welke vergelijkbare onderwijsorganisaties zijn er naast die in het Gooi ook elders in Nederland aanwezig?

Vraag 9

Welke gegevens heeft u over de financiering van deze onderwijsorganisaties? Vindt deze financiering deels vanuit het buitenland plaats? Vindt deze financiering ook deels middels lokale of landelijke subsidies plaats, zoals cultuur- of onderwijssubsidies? Zo ja, waar en met welke omvang?

Vraag 10

Deelt u de mening dat de onderwijsorganisaties die een radicaal islamitische en wellicht zelfs jihadistische grondslag hebben zo snel mogelijk moeten worden ontmaskerd? Zo ja, welke maatregelen neemt u daartoe? Bent u bereid te onderzoeken of voortaan een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) vereist kan worden voor het werken in deze organisaties?

Vraag 11

Op welke wijze kunt u ingrijpen in stichtingen en organisaties die onder het mom van onderwijs en cultuur de jihad in Nederland bevorderen? Deelt u de mening dat deze organisaties het bestaan onmogelijk gemaakt moet worden? Hoe gaat u dat doen?

Vraag 12

Op welke wijze gaat u garanderen dat deze organisaties nooit door de overheid gesubsidieerd worden?


X Noot
1

NRC, 13 september 2014.

Naar boven