Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de Minister van Algemene Zaken over de Griekse
woning van de Koning (ingezonden 20 augustus 2014).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Grond rond villa Koning kost staat een half miljoen»?1
Vraag 2
Waarom is er gekozen voor het vestigen van een erfdienstbaarheid in plaats van het
verkrijgen van volle eigendom? Is deze mogelijkheid onderzocht?
Vraag 3
Wat zouden de kosten zijn geweest bij verkrijging van het eigendom van de betreffende
strook grond van 4.997,06 vierkante meter?
Vraag 4
Wat is de reden dat voor de vestiging van een beperkte persoonlijke erfdienstbaarheid
met betrekking tot het gebruik van delen van een perceel waarvan blijkens de akte
de reële marktwaarde 35.214 is er ruim 13 keer zoveel, te weten 461.000 euro, betaald
is?
Vraag 5
Welke overige kosten samenhangende met de verkrijging van deze erfdienstbaarheid zijn
er ten koste van de Staat gemaakt?
Vraag 6
Waarom kon de beveiliging niet op eigen terrein plaatsvinden?
Vraag 7
Op welk moment werd duidelijk dat de beveiliging deels buiten de eigen grond bij de
vakantiewoning zou moeten plaatsvinden? Was dit voor of na de aankoop van de woning?
Indien nadien, op welke wijze verandert dat uw eerdere opvatting dat de aan- en verkoop
van een vakantiewoning door een lid van het Koninklijk Huis een privéaangelegenheid
is?
Vraag 8
Kunt u de passage uit de akte waarin gesteld wordt dat «(de vestigende partij zal)
daartoe (...) volgens de wet alle noodzakelijke documenten, aanvragen of verklaringen
ondertekenen, echter zonder enige aansprakelijkheid van strafrechtelijke, bestuurlijke
of civiele aard te aanvaarden jegens wie dan ook, ook niet jegens de Griekse overheid,
voor wat betreft overtredingen of tekortkomingen die eventueel tevoorschijn komen
na de ondertekening van dit document, tot aan het aflopen van de erfdienstbaarheid,
in het kader van de onderhavige erfdienstbaarheid» nader toelichten?
Vraag 9
Houdt de geciteerde passage een door de Nederlandse staat verleende vrijstelling in
aan de eigenaar van de grond ten aanzien van het Griekse civiele recht, het bestuursrecht
of het strafrecht? Zo ja, op welke grond is die verleend?
Vraag 10
Welke op kosten van de Nederlandse Staat benodigde reparaties na afloop van de erfdienstbaarheid,
zijn in het inspectierapport vastgelegd en wat zijn de daarvoor geraamde kosten?
Vraag 11
Bent u bereid het inspectierapport te openbaren? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Wat is de inhoud van de schriftelijk overeengekomen afspraken met de Koning met betrekking
tot privégebruik van de steiger, zoals genoemd in de beantwoording van de Kamervragen
van 3 juli 2014?2
Vraag 13
Welke definitie van «privégebruik» wordt voor de invulling van deze overeenkomst gebruikt?
Vraag 14
Wat is de rol van de Nederlandse ambassade in Griekenland geweest ten aanzien van
het verkrijgen van de benodigde vergunningen voor de bouw van de steiger en de beveiliging
van de woning?
Vraag 15
Wat is het totaal aan alle door de Staat, direct en indirect, gemaakte kosten verband
houdende met de verkrijging van de Griekse vakantiewoning van de Koning, de verbouwing
en de beveiliging ervan?
X Noot
2Vergaderjaar 2013–2014, Aanhangsel van Handelingen 2436