Vragen van het lid Maij (PvdA) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over asielzoekers en andere vreemdelingen die zonder recht op basisvoorzieningen en onderdak in Nederland leven (ingezonden 20 augustus 2014).

Vraag 1

Wanneer wordt de definitieve uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) in de collectieve klachtprocedure CEC tegen Nederland openbaar en wanneer zal het Comité van Ministers beslissen over een mogelijk aanbeveling aan Nederland naar aanleiding daarvan?1

Vraag 2

Kunt u een overzicht geven van de verschillende situaties en groepen waarbij asielzoekers en andere vreemdelingen verstoken kunnen zijn/raken van onderdak en basisvoorzieningen?

Vraag 3

Kunt u bij benadering een indicatie geven van de omvang van deze groepen, en daarbij in elk geval betrekken de uitgeprocedeerde asielzoekers/vreemdelingen die niet tijdig willen/durven terugkeren naar het land van herkomst waar de veiligheidssituatie zeer instabiel is, de extra kwetsbare ongedocumenteerde vreemdelingen die om humanitaire redenen zoals ziekte, trauma’s of zwangerschap onderdak en minimale voorzieningen behoeven, de in Nederland verblijvende vreemdelingen die met een reguliere toelatingsprocedure bezig zijn, de rechtmatig verblijvende asielzoekers en andere vreemdelingen die geen recht op opvang (meer) hebben, de vreemdelingen die vanwege een uitzetbeletsel niet kunnen terugkeren en de staatloze vreemdelingen?

Vraag 4

Welke landelijke, lokale en maatschappelijke vangnetten zijn er voor al deze groepen? Acht u deze afdoende en sluitend om te waarborgen dat vreemdelingen niet in precaire omstandigheden op straat hoeven te leven?

Vraag 5

Welke vormen van maatschappelijke en gemeentelijke noodopvang zijn er in Nederland beschikbaar? Op welke wijze zijn zij voldoende toegerust om de nood te lenigen?

Vraag 6

In welke mate biedt de Wet maatschappelijke ondersteuning een wettelijke grondslag om in voorkomende gevallen maatschappelijke opvang aan vreemdelingen te bieden, mede in relatie tot artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden? Zou u een overzicht kunnen geven van de relevante jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep, waar het betreft aanspraken van vreemdelingen op deze maatschappelijke opvang? Ligt die verantwoordelijkheid voor het bieden van zulke opvang in aangewezen gevallen bij de gemeente, bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers of bij u?

Vraag 7

Wat zijn uw ervaringen met de opvang van zieke vreemdelingen sinds het recent aangepaste «motie-Spekman»-beleid? Zijn vanwege de uitgebreide criteria meer vreemdelingen voor die opvang in aanmerking gekomen? Zo ja, hoeveel?

Vraag 8

Op welke wijze kan het beperken van de «gaten» in het onderdakbeleid voor vreemdelingen ertoe bijdragen dat er minder humanitaire noodsituaties voor mensen en maatschappelijke onrust in gemeenten ontstaan?


X Noot
1

Kamerstuk 2013–2014, 19 637, nr. 1878

Naar boven