Vragen van de leden Leijten en Jasper van Dijk (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de Nederlandse Reddingsbrigade een ongekend drukke tijd heeft (ingezonden 8 augustus 2014).

Vraag 1

Hoe beoordeelt u de zorgen van de Nederlandse Reddingsbrigade over de «afnemende zwemvaardigheid» in ons land mede omdat «kinderen minder goed of zelfs helemaal niet meer zwemmen»?1 2

Vraag 2

Onderschrijft u de constatering van de Reddingsbrigade dat hulpverleningsacties voor zwemmers «vaker rechtstreeks het gevolg zijn van onvoldoende zwemvaardigheid»?3 Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 3

Kan het in vraag 2 gestelde mede worden toegeschreven aan het afschaffen van het verplichte zwemonderwijs? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 4

Bent u het eens met de brancheorganisaties sport, die stellen dat het behalen van het zwemdiploma B «ontoereikend» is om kinderen veilig te laten zwemmen en dat daarvoor het zwem-ABC nodig is?4 Wilt u daarbij aangeven hoe u tot uw oordeel komt?

Vraag 5

Hoe beoordeelt u in relatie daarmee de risico’s op meer toekomstige zwemongevallen nu «minder dan de helft van de kinderen het volledige Zwem-ABC maakt»?5

Vraag 6

Kunt u aangeven of de verwachting van de Vereniging Sport en Gemeenten klopt(e), dat «mede door de bezuinigingen het aantal gemeenten met schoolzwemmen in de komende jaren nog verder zal dalen tot onder de 40 procent, een historisch laag percentage»?6 Wat is daarover uw oordeel?

Vraag 7

Hoe beoordeelt u, onder verwijzing naar de Landelijke Stimuleringsregeling Zwemvaardigheid (de Vangnetregeling 2002–2005) die in 2006 werd stopgezet, de conclusie van onderzoekers van het Mulier Instituut dat de «vangnetregeling succesvol was, omdat in de vangnetgemeenten het aandeel van allochtone kinderen met een zwemdiploma toenam, terwijl die in gemeenten zonder die regeling daalde»?7

Vraag 8

Hoe vallen deze conclusies te rijmen met het stopzetten van de regeling in 2006 mede omdat de «meerwaarde onvoldoende kon worden aangetoond»?8

Vraag 9

Deelt u de mening dat schoolzwemmen kan bijdragen aan het verminderen van het aantal verdrinkingsdoden?9 Kunt u aangeven op basis van welke onderzoeken u komt tot deze beoordeling?

Vraag 10

Bent u bereid om (a) de mogelijkheden te onderzoeken voor een nieuwe actuele vangnetregeling en (b) ervoor te zorgen dat elke leerling de basisschool verlaat met een zwemdiploma op zak, bij voorkeur met het zwem-ABC?


X Noot
1

Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 832

X Noot
2

Metro, 5 augustus 2014

X Noot
4

«Zwemmen in Nederland», Mulier Instituut en Vereniging Sport en Gemeenten, 2013

X Noot
5

«Zwemmen in Nederland», Mulier Instituut en Vereniging Sport en Gemeenten, 2013

X Noot
6

«Zwemmen in Nederland», Mulier Instituut en Vereniging Sport en Gemeenten, 2013

X Noot
7

«Zwemmen in Nederland», Mulier Instituut en Vereniging Sport en Gemeenten, 2013

X Noot
8

Kamerstuk 30 300 VIII, nr. 85

X Noot
9

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 832

Naar boven