Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de anti-Israëldemonstratie in Den Haag op 24 juli 2014 (ingezonden 28 juli 2014).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat op 24 juli 2014 in Den Haag bij een demonstratie tegen Israël door gemaskerde mannen anti-Joodse leuzen werden geroepen?1 Vindt u dit ook verwerpelijk?

Vraag 2

Bent u het met burgemeester van Den Haag eens dat bij deze demonstratie geen strafbare grenzen zijn overschreden? Zo ja, hoe is dit zo snel vastgesteld? Zo nee, hoe oordeelt u dan over dit standpunt van de burgemeester?

Vraag 3

Wat was het vooraf ingeschatte risicoprofiel van deze demonstratie? Is overwogen hierbij meer politie in te zetten? Zo ja, waarom is daar vanaf gezien? Zo nee, waarom is dit niet overwogen?

Vraag 4

Zijn er vooraf door de burgemeester en het openbaar ministerie afspraken gemaakt met de politie over hoe om te gaan met de pers bij deze demonstratie? Zo ja, hoe luidden die? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Was voorzien dat deze demonstratie bedreigend zou kunnen zijn voor journalisten?2 Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 6

Erkent u dat bij demonstraties de vrije nieuwsgaring veilig moet kunnen gebeuren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wordt hiervoor zorggedragen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden De Graaf, Helder en Wilders (allen PVV), ingezonden 25 juli 2014 (vraagnummer 2014Z13686), van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren), ingezonden 25 juli 2014 (vraagnummer 2014Z13687), van het lid Dijkhoff (VVD), ingezonden 25 juli 2014 (vraagnummer 2014Z13688), van de leden Marcouch en Yücel (beiden PvdA), ingezonden 28 juli 2014 (vraagnummer 2014Z13708) en van de leden Segers (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP) en Omtzigt (CDA), ingezonden 28 juli 2014 (vraagnummer 2014Z13709).

Naar boven