Vragen van het lid Tellegen (VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de invoering van NIPT (ingezonden 18 juli 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Verwarring door invoering NIPT»?1

Vraag 2

Wat is de definitie van een zwangere met een «relatief hoog risico»? Betreft dit alleen vrouwen met een verhoogd risico op een kindje met downsyndroom, trisomie 13 of trisomie 18? Of is deze doelgroep breder en komen ook zwangere vrouwen met andere risico’s in aanmerking voor een niet-invasieve prenatale test (NIPT)? Zo ja, welke risico’s betreft dit? Hoe worden deze risico’s vastgesteld?

Vraag 3

In welke regelgeving wordt vastgelegd welke vrouwen met welke risico’s in aanmerking komen voor NIPT? Hoe worden de betreffende beroepsgroepen en patiënten hierover geïnformeerd?

Vraag 4

Wat is uw reactie op de stelling dat de vergunning niet eenduidig te interpreteren is?

Vraag 5

Is bij u bekend dat NIPT op enkele plaatsen zonder vergunning, met medewerking van laboratoria in het buitenland beschikbaar wordt gesteld? Zo ja, op hoeveel plaatsen gebeurt dit en welke centra betreft het? Wat vindt u hiervan?

Vraag 6

Indien vrouwen niet voldoen aan de criteria voor bekostiging van de NIPT uit het basispakket – een positieve combinatietest – maar wel een NIPT willen ondergaan, is dit dan toegestaan indien zij zelf de kosten van deze test dragen?

Vraag 7

Hoe wordt NIPT in ons omringende landen als Duitsland en België bekostigd?

Vraag 8

Wat is uw reactie op de stelling in het artikel dat de inhoud en inbedding van prenatale screening op hun merites moeten worden bezien en zo nodig moeten worden aangepast?


X Noot
1

Medisch Contact, 29–30, 17 juli 2013, blz. 1470–1472

Naar boven