Vragen van de leden Van Nispen en Van Gerven (beiden SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de bezuiniging op de sportmedische zorg (ingezonden 18 juli 2014).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat de subsidie voor preventieve sportmedische zorg in 2015 met ongeveer 40% gekort wordt en per 2016 geheel wordt stopgezet? Kunt u uw antwoord toelichten?1

Vraag 2

Is de berichtgeving waar dat de gehele subsidie voor blessurepreventie ook zal verdwijnen?

Vraag 3

Met welke reden is gekozen voor het stopzetten van deze subsidies voor preventieve sportmedische zorg?

Vraag 4

Tot welke toename van maatschappelijke kosten zou het stopzetten van de subsidies met betrekking tot preventieve sportmedische zorg, die tot doel hebben blessures te voorkomen, kunnen leiden? Bent u bereid hier onderzoek naar te doen en de Kamer hierover te informeren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Welke consequenties hebben de bezuinigingen op de sportmedische zorg voor de sportsector en de individuele sporter? Kunt u uw antwoord toelichten met praktijkvoorbeelden? Is er niet het risico dat de dalende trend van het aantal sportblessures per gesport uur met deze bezuinigingen wordt doorbroken?2

Vraag 6

Deelt u de zorgen dat de zorg voor medische problemen bij sporters zal verslechteren in plaats van verbeteren? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Wat is uw reactie op de constatering dat het door de abrupte subsidiestop voor de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) en de Federatie van Sportmedische Instellingen (FSMI) vrijwel onmogelijk is geworden op zoek te gaan naar oplossingen om kapitaalvernietiging te voorkomen?

Vraag 8

Hoe verhoudt de bezuiniging op sportmedische zorg zich tot uw erkenning om sportgeneeskunde als geneeskundig specialisme aan te wijzen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 9

Hoe duidt u het specialisme sportgeneeskunde? Is dit gelijkwaardig aan bijvoorbeeld het specialisme huisarts, internist of specialist ouderengeneeskunde en betreft het een regulier medisch specialisme? Zo nee, kunt u dit dan nader toelichten gezien de discussie die er kennelijk bestaat tussen de Orde van Medisch Specialisten en de VSG of sportgeneeskunde een geneeskundig dan wel medisch specialisme is en met betrekking tot de aan te wenden middelen voor kwaliteitsverbetering? Hoe kunnen problemen op dit vlak worden opgelost?

Vraag 10

Bent u bereid om met de sportsector in gesprek te gaan en actie te ondernemen om te zorgen dat de maatschappelijke schade van sportblessures niet onnodig zal toenemen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze wordt dit vormgegeven?


X Noot
1

Positionpaper Vereniging voor Sportgeneeskunde

X Noot
2

Kamerstuk 33 605 XVI, nr. 5 (Lijst van vragen en antwoorden bij het Jaarverslag VWS 2012)

Naar boven