Vragen van het lid Tellegen (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het niet-uitvoeren van verplichte inspecties bij kinderopvang (ingezonden 14 juli 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Verplichte inspectie bij kinderopvang niet altijd uitgevoerd»?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de constatering in het artikel dat bijna de helft van de Nederlandse gemeenten niet de verplichte jaarlijkse controles uitvoert en dat daarmee 7.3% van de kinderopvangcentra niet geïnspecteerd is? Zijn deze cijfers een verbetering of verslechtering ten opzicht van de cijfers die de Inspectie van het Onderwijs publiceerde in maart 2014 in haar rapport «Kwaliteit gemeentelijk toezicht kinderopvang 2012/2013»?

Vraag 3

Bent u het eens met de constatering van de gemeente Utrecht dat niet alle kinderopvangcentra kunnen worden geïnspecteerd, omdat er te weinig geld wordt vrijgemaakt door het Rijk en daardoor personeelstekorten ontstaan? Zo nee, wat is volgens u de reden dat niet alle kinderopvangcentra geïnspecteerd kunnen worden?

Vraag 4

Hoe staat het bericht dat het huidige toezicht niet op orde is in verhouding tot de vormgeving van het Nieuw Toezicht waarmee u controles door de GGD en handhaving door de gemeenten anders wilt gaan vormgeven?

Vraag 5

Heeft u informatie over de aantallen geïnspecteerde gastouderbureaus? Is hier ook sprake van te weinig inspecties? Zo ja, hoeveel gastouderbureaus zijn in 2013 geïnspecteerd? Als dit niet bekend is, kunt u dit achterhalen en de Kamer hierover informeren?

Vraag 6

Bent u voornemens maatregelen te treffen ten aanzien van gemeenten die hun cijfers over de aantallen geïnspecteerde kinderopvangcentra niet willen publiceren?

Vraag 7

Bent u voornemens maatregelen te treffen zodat in 2014 wel alle kinderopvangcentra minimaal één keer worden geïnspecteerd? Zo ja, aan welke maatregelen denkt u? Zo nee, waarom niet?

Naar boven