Vragen van de leden Bruins Slot en Omtzigt (beiden CDA) aan de Staatssecretarissen van Financiën en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het uitbreiden van de pilot voor zzp’ers in de zorg (ingezonden 14 juli 2014).

Vraag 1

Naar hoeveel zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) die werkzaam zijn in de thuiszorg zijn op en omstreeks 21 mei 2014 brieven verzonden met daarin informatie over de deelname aan de pilot?

Vraag 2

Zijn de brieven alleen verzonden aan zzp’ers waarvan de VAR-wuo is herzien of aan alle zzp’ers die werkzaam zijn in de thuiszorg?

Vraag 3

Staat deelname aan de pilot ook open voor zzp’ers waar nog niet gehandhaafd is door de Belastingdienst, maar die wel werkzaam zijn in de (thuis)zorg al dan niet via bemiddeling?

Vraag 4

Hoeveel zzp’ers hebben zich, tot het verstrijken van de inschrijftermijn voor de pilot van 1 juli 2014, aangemeld voor de pilot?

Vraag 5

Hoeveel van de zzp’ers die zich hebben aangemeld voor de pilot., hebben tijdig een VAR-wuo ontvangen?

Vraag 6

Hoeveel zzp’ers die zich hebben aangemeld voor de pilot is deelname aan de pilot geweigerd en wat was hier de reden van?

Vraag 7

Klopt het dat de Belastingdienst de brief over het verbreden van de pilot naar alle zzp’ers in de zorg gestuurd heeft ongeacht hun niveau, maar dat de zorgkantoren alleen zorgverleners van niveau 3 of hoger accepteren? Zo ja, acht u het wenselijk dat zorgverleners met niveau 1 of 2 niet als zelfstandige kunnen werken?

Vraag 8

Doen alle zorgkantoren mee met de pilot en blijven ze dat doen? Klopt het dat er meerdere zorgkantoren niet meer willen meewerken aan de pilot?

Vraag 9

Heeft het arrest van 13 juni 20141, waarin de Hoge Raad besliste dat als een anesthesiemedewerker gehouden is de instructies van ziekenhuizen of anesthesiologen op te volgen en dat hij behoudens eigen opzet of bewuste roekeloosheid niet aansprakelijk is voor schade die voortvloeit uit het verrichten van zijn werkzaamheden, dit er niet aan in de weg staat dat de anesthesiemedewerker deze werkzaamheden als ondernemer voor de btw verricht, volgens u ook gevolgen voor de inkomstenbelasting en de VAR-verstrekking?


X Noot
1

HR 13 juni 2014, nr. 13/05580, V-N 2014/30.14

Naar boven