Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over
vogelsterfte door het middel imidacloprid en aansprakelijkheid voor vervuiling (ingezonden
11 juli 2014).
Vraag 1
Kent u het artikel in Biologen: Vogels lijden onder «bijengif»?1
Vraag 2
Onderkent u het verband tussen het gebruik van het middel imidacloprid in de landbouw
en de achteruitgang van 15 weidevogels zoals spreeuw, veldleeuwerik, boerenzwaluw
en ringmus?
Vraag 3
Bent u bereid de toelating van het middel imidacloprid met onmiddellijke ingang op
te schorten en bent u bereid het middel -gelijk met de opschorting- te laten herbeoordelen
in de reguliere procedure?
Vraag 4
Bent u bereidt de producent van imidacloprid juridisch aansprakelijk te stellen voor
de schade aan de natuur die door het middel imidacloprid is aangericht, of althans
de mogelijkheden hiertoe te onderzoeken?
Vraag 5
Kunt u garanderen dat de producent alle relevante informatie over mogelijke schadelijkheid
van imidacloprid heeft gedeeld? Zo ja, waar baseert u dit op?
Vraag 6
Waarom hebben geen van de grote en structurele overschrijdingen met imidacloprid geleid
tot een aanpassing van beleid bij het College Toelating Gewasbeschermingsmiddelen
en Biociden (CTGB)? Bent u bereid het CTGB te verplichten om bij structurele overschrijdingen
standaard over te gaan tot opschorting of inperking van gebruik?
Vraag 7
Kunt u inzage geven in de hoogte van de kosten die waterbedrijven moeten maken doordat
zij geconfronteerd worden met frequente overschrijdingen van het bestrijdingsmiddel
imidacloprid? Bent u inmiddels bereid de kosten door te berekenen aan de sector middels
een heffing op bestrijdingsmiddelen? Zo nee, wat is de rechtvaardiging voor de inzet
van publiek geld?
Vraag 8
Waterbeheerders vragen al tenminste 15 jaar vragen om inzicht in gebruik per gebied
en per bestrijdingsmiddel; hebben zij inmiddels wel toegang tot deze gegevens?
Vraag 9
Heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) inzicht in gebruik per gebied
en per bestrijdingsmiddel en welke handhavingsacties onderneemt de NVWA en welke gegevens
heeft zij hierbij tot haar beschikking?
Vraag 10
Erkent u dat het Europese verbod op de drie neonicotinoiden (clothianidin, thiamethoxam
en imidacloprid) door de vele uitzonderingen slechts zo’n 15% van het gifgebruik zal
beslaan? Zo nee, welk percentage dan wel en waar baseert u dit op?
Vraag 11
Bent u bereid op basis van het onderzoek in Nature van Kroon e.a. met spoed Europees
aan te kaarten dat de overige 85% gebruik van deze drie neonicotinoiden ook verboden
moet worden?2
Vraag 12
Erkent u dat er al jarenlang serieuze aanwijzingen waren dat het middel imidacloprid
schadelijk was voor insecten en weidevogels (zie o.a. publicaties van Henk Tennekes)?
Vraag 13
Speelt «voorzorg» volgens u een rol in de huidige beoordelingsprocedures? Zo nee,
waarom niet, vindt u dit terecht en bent u bereid alsnog «voorzorg» een plek te geven
in de beoordelingsprocedures?
Vraag 14
Klopt het dat van de 128 medewerkers bij het CTGB slechts 7 toxicoloog zijn? Klopt
het dat een groep medewerkers helemaal geen wetenschappelijke kwalificaties heeft
en wel beoordelingen doet? Klopt het dat de wetenschappers die het CTGB wel heeft
zeer weinig publiceren? Hoe wordt de organisatie geacht tegenwicht te bieden tegen
de industrie? Met welke andere partijen wordt door het CTGB structureel overleg gevoerd
behalve de aanvragende industrie?
Vraag 15
Klopt het dat het grootste deel van de beoordeling van toelating van middelen door
het CTGB gebeurt op basis van door de industrie aangeleverde gegevens? Wilt u de procedure
beschrijven en daarbij aangeven of er inmiddels wel beoordeeld wordt op gezondheidsrisico’s
voor omwonenden, of er beoordeeld wordt op gestapelde effecten (effecten van combinaties
van bestrijdingsmiddelen) en of er van alle relevante wetenschappelijke inzichten
gebruik gemaakt is, bijvoorbeeld bij de beoordeling van de effecten van imidacloprid
op ongewervelden?
X Noot
1Trouw, 10 juli 2014