Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de boete van 12.000 euro opgelegd aan de lasser in Veenendaal (ingezonden 2 juli 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht» Actie na boete van 12.000 euro voor lasser in Veenendaal»1

Vraag 2

Is het waar dat er voor deze jongen een tewerkstellingsvergunning aangevraagd had moeten worden? Hoe verhoudt zich dat tot het feit dat deze jongen met goedkeuring van het Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen (UWV) aan de slag is gegaan bij het desbetreffende lasbedrijf?

Vraag 3

Herinnert u zich het debat omtrent de fraudewet van 27 mei jl. waarin u de Kamer heeft toegezegd in het najaar te komen met een brief rondom aanpassing van de Wet arbeid vreemdelingen en eventuele aanpassing van de fraudewet?

Vraag 4

Deelt u de mening dat in het geval van deze goedwillende werkgever die zich niet bewust was van wetsovertreding de gegeven sanctie buitenproportioneel is?

Vraag 5

Kunt u aangeven of deze casus valt binnen de mogelijkheden die de wet biedt om in gevallen soepel om te gaan met overtredingen, waarbij een eerste waarschuwing geldt? Zo nee, bent u bereid om dan de mogelijkheid te creëren om soepel om te gaan met deze casus?

Vraag 6

Ziet u mogelijkheden om vooruitlopend op de in het debat van 27 mei jl. besproken eventuele wijziging van de fraudewet al ruimte te geven in de uitvoering en de handhaving in lijn met de aankomende wetswijziging?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Schouten (ChristenUnie), ingezonden 1 juni 2014 (vraagnummer 2014Z12458).


X Noot
1

De Gelderlander, 30 juni 2014.

Naar boven