Vragen van het lid Mei LiVos (PvdA) aan de Ministers van Economische Zaken en van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Financiën over de stichting Collectief Onrecht (ingezonden 27 juni 2014).

Vraag 1

Kent u het bericht «Erven ondernemingsvermogen mag lager belast blijven»1 en herinnert u zich de eerdere vragen over de stichting Meldpunt Collectief Onrecht?2

Vraag 2

Betekent de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat er definitief een einde is gekomen aan de kans dat particulieren op grond het onderscheid van fiscale vrijstelling van successie- en schenkingsrechten tussen ondernemingen en particulieren, recht op belastingteruggave zouden kunnen hebben? Zo ja, hoe oordeelt u dan over het feit dat de genoemde stichting d.d. 26 juni 2014 toch nog steeds beweert dat particulieren vanwege dit onderscheid belasting zouden kunnen terugvorderen?3 Zo nee, wat betekent die uitspraak dan wel?

Vraag 3

Deelt u de mening dat stichtingen, zoals Collectief Onrecht ten aanzien van erfbelasting, die particulieren laten betalen voor een juridische dienst die feitelijk niets meer is dan het wekken van loze verwachtingen en die feitelijk ook door die particulieren gratis zelf had kunnen worden verricht, de facto valse voorwendselen gebruiken voor eigen geldelijk gewin? Zo ja, is dit toegestaan en waarom? Zo nee, waarom deelt u die mening niet?

Vraag 4

Wat is de stand van zaken van de meldingen over de Stichting Melding Collectief Onrecht die de Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft ontvangen?

Vraag 5

Kunnen de ACM of de Reclame Code Commissie zonder meldingen door consumenten, ook uit eigen beweging optreden tegen stichtingen die valse verwachtingen wekken? Zo ja, welke middelen staan hun ter beschikking en worden die in de praktijk ook aangewend? Zo nee, waarom niet en deelt u de mening dat die mogelijkheid ter bescherming van consumenten wel zou moeten komen?


X Noot
1

Financiele Dagblad, 26 juni 2014

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 151

Naar boven