Vragen van de leden Visser en Dijkhoff (beiden VVD) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Ruim baan voor verkeershufters» en «Oom agent is onzichtbaar» (ingezonden 13 juni 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de berichten «Ruim baan voor verkeershufters» en «Oom agent is onzichtbaar»?1

Vraag 2

Klopt de informatie dat het aantal staandehoudingen in het verkeer de laatste vier jaar is gehalveerd? Zo ja, wat was hiervoor de aanleiding en heeft deze dalende trend zich in 2014 verder voortgezet? Hoe verhouden deze cijfers zich tot de inzet op het verbeteren van de verkeersveiligheid op het hoofdwegennet en het onderliggend wegennetwerk?

Vraag 3

Deelt u de mening dat verkeershufters ruim baan krijgen? Hoe verhoudt voornoemde berichtgeving zich tot de (voorgenomen) intensieve aanpak van verkeershufters? Kunt u hierbij tevens ingaan op de voortgang van het nieuwe beleid met betrekking tot de aanpak van verkeershufters?

Vraag 4

Kunt u aangeven op welke wijze u invulling geeft aan de (gepercipieerde) pakkans en of er sprake is van een dalende pakkans?

Vraag 5

Hoe oordeelt u over de uitspraken van voormalig verkeersofficier Koos Spee dat het lijkt of verkeerscriminaliteit niet mag worden aangepakt en dat het in ieder geval geen prioriteit heeft?

Vraag 6

Hoe oordeelt u voorts over de uitspraak van Koos Spee dat verkeersovertredingen prima via het kenteken kunnen worden aangepakt maar dat automobilisten zich op andere terreinen onaantastbaar wanen? Zorgen flitspalen en trajectcontroles er niet juist voor dat de politie zich op ander wangedrag in het verkeer kan richten? Kunt u een nadere reactie geven op de toegevoegde waarde van flitspalen en trajectcontroles en de inzet en prioriteiten voor de politie in het verkeer?

Naar boven