Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat het bestuur van Hogeschool Inholland misstanden onder de pet houdt (ingezonden 3 juni 2014).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Klokkenluider: Leugens van Inholland maken me misselijk», waarin wordt gesteld dat de Raad van Toezicht de klachten van een student op onfatsoenlijke en mogelijk zelfs onrechtmatige wijze heeft afgehandeld?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat de procedure van een klokkenluidersregeling en de handelswijze van de Raad van Toezicht helder en inzichtelijk moeten zijn, om iedere schijn van belangenverstrengeling te voorkomen?

Vraag 3

Bent u van mening dat in deze kwestie de Raad van Toezicht van Inholland op zijn minst flinke steken heeft laten vallen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 4

Deelt u de mening dat wanneer een Raad van Toezicht en het College van Bestuur worden beschuldigd van het verstrekken van onjuiste informatie en het voorliegen van officiële instanties, de onderste steen boven moet komen?

Vraag 5

Is het waar dat de voorzitter van de Raad van Toezicht aan de klokkenluider heeft beloofd dat hij u zou verzoeken om een onderzoek? Wat is hiervan terechtgekomen?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het eigen onderzoek van de Raad van Toezicht niet geloofwaardig is, aangezien de Raad zelf partij is in het conflict?

Vraag 7

Bent u bereid een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar deze kwestie en de handelswijze van het bestuur van Inholland, inclusief de Raad van Toezicht? Zo ja, op welke wijze gaat u dit onderzoek vormgeven? Zo nee, hoe voorkomt u dat deze kwestie buitengewoon onbevredigend afloopt?


X Noot
1

Algemeen Dagblad, 26 mei 2014

Naar boven