Vragen van de leden Segers en Dik-Faber (beiden ChristenUnie) aan de Minister van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het onderzoek van KWR Watercycle Research Institute naar drugsresten in rioolwater (ingezonden 28 mei 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Reporter Radio van 25 mei jl. waarin aandacht werd geschonken aan het onderzoek van KWR Watercycle Research Institute naar drugsresten in het rioolwater?1

Vraag 2

Heeft u kennisgenomen van het, mede door KWR uitgevoerde, Europese onderzoek naar drugsresten in het rioolwater waarbij het drugsgebruik in verschillende Europese steden is vergeleken?

Vraag 3

Wat is uw reactie op de bevindingen waaruit onder meer blijkt dat van de onderzochte steden Amsterdam, samen met Antwerpen, het hoogst gemeten cocaïnegebruik per inwoner heeft?

Vraag 4

Klopt het dat het onderzoek naar drugsresten in het rioolwater onderscheid kan maken tussen in het riool gedumpte drugs en door mensen gebruikte drugs? Zo ja, beschouwt u het genoemde, mede door KWR uitgevoerde, onderzoek als een deugdelijke en adequate indicator van het Nederlandse drugsgebruik?

Vraag 5

Klopt het dat de GGD’s in Nederland geen uniforme methode hanteren teneinde het drugsgebruik in kaart te brengen? Deelt u de mening dat meer uniforme nationale monitoring nodig is?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het onderzoek naar drugsresten in het rioolwater een toegevoegde waarde heeft naast de enquêtes die lokale GGD’s afnemen over het drugsgebruik onder de lokale bevolking?

Vraag 7

In welke mate kan het KWR-onderzoek bijdragen aan betere kennis van het drugsgebruik in Nederland en derhalve aan een beter beleid ter preventie en bestrijding van drugsgebruik?

Vraag 8

Deelt u de mening dat dergelijk onderzoek ook zou kunnen worden ingezet voor de opsporing en ontmanteling van drugslaboratoria?

Vraag 9

Bent u bereid meer en frequenter onderzoek naar drugsresten in rioolwater te laten uitvoeren?

Vraag 10

Kent u het initiatief van de stichting «Moedige Moeders» die lokaal onderzoek naar drugs in rioolwater laten uitvoeren? Op welke manier bent u bereid hen te steunen in hun zoektocht naar meer kennis inzake drugsgebruik en het laten uitvoeren van onderzoek daarnaar? Bent u van mening dat dergelijke initiatieven kunnen bijdragen aan een betere preventie en hulpverlening?

Naar boven