Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de doodstraf voor een zwangere vrouw in Sudan (ingezonden 20 mei 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat een christelijke vrouw ter dood is veroordeeld wegens haar weigering terug te keren tot de islam?1

Vraag 2

Kloppen de berichten dat deze vrouw tevens zwanger is en dat ze desondanks ook zweepslagen zal krijgen?

Vraag 3

Klopt het dat u reeds protest heeft aangetekend tegen dit vonnis? Bent u bereid om de ambassadeur te ontbieden om dit protest kracht bij te zetten? Bent u tevens bereid om de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en uw Europese collega’s te verzoeken dit protest te ondersteunen?

Vraag 4

Is de positie van christenen recentelijk verslechterd? Kunt u een overzicht verschaffen van de meest recente incidenten gericht tegen christenen?

Vraag 5

Welke maatregelen bent u bereid te ondernemen indien Sudan – ondanks de internationale protesten – het vonnis toch doorzet? Ziet u mogelijkheden om in samenspraak met uw Europese collega’s de mogelijkheden van aanvullende sancties te onderzoeken?

Vraag 6

Bent u van mening dat dit vonnis wederom aantoont dat kwijtschelding van Sudanese schulden zeer ongepast zou zijn?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Klaveren (Bontes/Van Klaveren), ingezonden 15 mei 2014 (vraagnummer 2014Z08745).

Naar boven