Vragen van het lid Van Veldhoven (D66) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Economische Zaken over de olielekkage uit opslag in lege zoutmijnen in het natuurgebied Amtsvenn (Duitsland, bij Enschede) en de geplande extra opslag van diesel in lege zoutmijnen onder Enschede (ingezonden 16 mei 2014).

Vraag 1

Kunt u aangeven wie aansprakelijk zou zijn voor de schade aan natuur en leefomgeving indien olielekkages in natuurgebieden zich in Nederland voor zouden doen? Is hier al ervaring mee?

Vraag 2

Kunt u aangeven of de geplande opslaglocaties in Overijssel zich onder of in de nabijheid van natuurgebieden en/of drinkwaterwinningsgebieden bevinden?

Vraag 3

Is de opbouw van de grondlagen in het natuurgebied Amtsvenn vergelijkbaar met die van ondergrondse opslaglocaties in Nederland?

Vraag 4

Zijn er alternatieven voor de opslag van brandstof voorhanden? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet? Op basis van welke argumenten is de keus voor ondergrondse opslag gemaakt?

Vraag 5

Verschillen de risico’s per reeds opgeslagen of mogelijk op te slaan substantie? Zo ja, wat zijn deze verschillen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Wilt u de antwoorden op deze vragen betrekken bij de beantwoording van hierover eerder gestelde vragen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Omtzigt, Agnes Mulder en Geurts (Allen CDA), ingezonden 30 april 2014 (vraagnummer 2014Z08014)

Naar boven