Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat ontwikkelingsbank FMO doorgaat met
een omstreden stuwdamproject in Honduras (ingezonden 9 mei 2014).
Vraag 1
Wat is uw oordeel over het bericht «Een stuwdam, een moord en een Nederlandse bank»?1
Vraag 2
Hoe oordeelt u over de brandbrief van de Lenca-indianen, waarin FMO wordt opgeroepen
te stoppen met de financiering van de Agua Zarca dam, onder meer vanwege de moord
op een protestleider?
Vraag 3
Heeft u naar aanleiding van de brandbrief contact opgenomen met FMO over stopzetting
van de financiering van de omstreden dam? Zo nee, wilt u dat alsnog doen?
Vraag 4
Klopt het, dat bij de volksraadpleging «een grote meerderheid tegen» het project was?
Hoe verhoudt dit gegeven zich tot de FMO-standaarden voor deelname aan projecten?
Vraag 5
Klopt het, dat inheemse volkeren volgens internationale verdragen toestemming moeten
geven voor veranderingen op hun grondgebied? Worden deze verdragen bij dit project
op correcte wijze nageleefd?
Vraag 6
Deelt u de conclusie over het verzet tegen de bouw van de dam van Peace Brigades International:
«Opposition to the Agua Zarca hydroelectric dam and other similar projects, has led
to the harassment of several members of COPINH, and more recently, some have had legal
complaints made against them. Others have been murdered»?2
Vraag 7
Hoe oordeelt u over de uitspraak van Brigitte Gynther, coördinatrice van het Hondurasprogramma
van de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie SOAW: «FMO neemt klakkeloos aan wat DESA
(het bedrijf dat het project uitvoert) hen vertelt en gaat door met het financieren
van een project dat verdeeldheid, dood en geweld veroorzaakt»? Welke consequenties
verbindt u hieraan?
Vraag 8
Waarom heeft FMO, in tegenstelling tot het Chinese bedrijf Sinohydro, niet besloten
om zich terug te trekken uit het project, nadat activistenleider Tomás Garcia in 2013
werd vermoord door een Hondurese soldaat tijdens een protestmars?
Vraag 9
Kunt u de uitspraak van Berta Cáceres, coördinatrice van COPINH, bevestigen dat politie,
militairen en justitie allemaal op de hand zijn van DESA? Zo ja, bent u dan nog van
mening dat de betrokkenheid van FMO bij dit project gelegitimeerd is, gegeven de partijdigheid
van de Hondurese staat ten aanzien van het project?
Vraag 10
Klopt het, dat het project slechts tijdelijk werkgelegenheid zou opleveren aangezien
er na de bouw «geen banen meer zijn voor de ongeschoolde bevolking»?
Vraag 11
Herinnert u zich uw antwoorden op mijn vragen over de bouw van de Barro Blanco dam
in Panama? In hoeverre worden in Honduras «de belangen van en de risico’s voor klanten
zorgvuldig mee gewogen»? Op welke manier heeft u erop toegezien «dat FMO alle relevante
standaarden naleeft»?3
Vraag 12
Hoe oordeelt u over de recente klacht van omwonenden van de Barro Blanco dam over
het feit dat FMO onvoldoende rekening houdt met haar eigen milieu- en sociale standaarden?
Is er al een uitspraak over de klacht gedaan?4
Vraag 13
Deelt u de mening dat de FMO-projecten in Honduras en Panama zeer omstreden zijn door
het aanzienlijke protest ertegen vanuit de lokale bevolking? Wat onderneemt u om dit
te voorkomen?
X Noot
1de Volkskrant, 6 mei 2014
X Noot
2Peace Brigades International (2014): Honduras – A new perspective on human rights?
The defence of human rights and the 2013 elections
X Noot
3Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1644