Vragen van de leden Berndsen-Jansen (D66) en Segers (ChristenUnie) aan de Minister van Veiligheid en Justitie en aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de waarborgen voor voldoende landelijke specialistische opvang voor slachtoffers van mensenhandel (ingezonden 8 mei 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de zorgen van de landelijke instellingen over het voortbestaan van gespecialiseerde opvang voor slachtoffers van mensenhandel als gevolg van de decentralisatie van de zorg?1

Vraag 2

Herinnert u zich de door de Tweede Kamer aangenomen motie waarin wordt verzocht, ook na de voltooiing van de decentralisaties, te waarborgen dat er voldoende landelijke specialistische opvang en hulpverlening is voor slachtoffers van mensenhandel, ook buiten de regio van het slachtoffer?2

Vraag 3

Herinnert u zich uw belofte voornamelijk minderjarige slachtoffers van mensenhandel beter op te vangen en te behandelen?

Vraag 4

Wie is verantwoordelijk voor het voorkomen dat deze kinderen en jongeren opnieuw slachtoffer worden van mensenhandel?

Vraag 5

Wat zijn de gevolgen van het gebrek aan financiering en aan deskundigheid voor de behandeling van (minderjarige) slachtoffers van mensenhandel?

Vraag 6

Hoe zorgt u ervoor dat de opvang en de behandeling van (minderjarige) slachtoffers adequaat verloopt en compleet wordt gegeven?

Vraag 7

Welk effect heeft de overplaatsing naar andere instellingen voor (minderjarige) slachtoffers van mensenhandel?

Vraag 8

Wat zijn de risico’s van het plaatsen van minderjarige slachtoffers van mensenhandel in instellingen met andere probleemkinderen, onder wie ook jongens?

Vraag 9

Hoe waarborgt u dat gespecialiseerde opvang, voornamelijk voor minderjarige slachtoffers van mensenhandel, over een jaar nog bestaat?

Vraag 10

Kunt u concreet uiteenzetten welke afspraken zijn gemaakt met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten teneinde ervoor te zorgen dat landelijke specialistische instellingen niet ondergesneeuwd raken? Kunt u tevens aangeven voor welke periode deze afspraken gelden? Hoe wordt na deze termijn het voorbestaan van landelijk specialistische instellingen gewaarborgd?

Vraag 11

Wat zijn de gevolgen van de onzekere financiering voor deze instellingen? Kunt u dit met concrete cijfers (fte’s, aantal bedden…) aangeven?

Vraag 12

Hoe voorkomt u grote ongelijkheid tussen gemeenten? Hoe garandeert u dat kinderen en jongeren ook buiten de eigen regio worden opgevangen en behandeld als het nodig is?

Vraag 13

Hoe zorgt u ervoor dat de bezuinigingen en de verschillende procedures geen gevolgen hebben voor de bescherming van de slachtoffers?

Vraag 14

Kunnen deze vragen voor donderdag 15 mei 2014, in verband met het geplande algemeen overleg inzake kindermishandeling/geweld in afhankelijkheidsrelaties, beantwoord worden?


X Noot
1

De Volkskrant, d.d. 6 mei 2014, «Als ik niet hier was, werkte ik nu voor mijn pooier»

X Noot
2

Kamerstuk 33 750-VI, nr. 71

Naar boven