Vragen van het lid Schouten (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de toepassing van de uitzondering op de maximale periode van 10 jaar voor de vrijwillige verzekering van de AOW (ingezonden 1 mei 2014).

Vraag 1

Bent u er van op de hoogte dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) de uitzondering op de maximale periode van 10 jaar voor de vrijwillige verzekering van de AOW niet toepast voor vrijwilligers die uitgezonden zijn om werkzaamheden te verrichtten voor de in de Regeling aanwijzing ontwikkelingsorganisaties (BEU) aangewezen organisaties voor ontwikkelingssamenwerking?

Vraag 2

Hoe groot is het aantal vrijwilligers dat uitgezonden is om werkzaamheden te verrichtten voor de aangewezen organisaties dat hierdoor niet in aanmerking komt voor de uitzondering op de maximale periode van 10 jaar voor de vrijwillige verzekering van de AOW?

Vraag 3

Kunt u aangeven welke doelgroep u met de uitzondering in artikel 35 lid 3 sub b van de AOW beoogt? Is het de bedoeling dat deze uitzondering slechts geldt voor de gewezen verzekerde die een arbeidsovereenkomst heeft met de aangewezen organisaties voor ontwikkelingssamenwerking, of ook voor de gewezen verzekerde die als vrijwilliger uitgezonden is om werkzaamheden voor de betreffende organisaties te verrichten? Kunt u het antwoord toelichten?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het wenselijk is dat vrijwilligers die uitgezonden zijn om werkzaamheden te verrichtten voor de aangewezen organisaties voor ontwikkelingssamenwerking zich ook langer dan 10 jaar vrijwillig kunnen verzekeren voor de AOW?

Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u dan bereid om in overleg met de SVB de uitvoering hierop aan te passen dan wel als dit nodig blijkt te zijn om de wetgeving te wijzigen? Kunt u de Kamer hierover nader informeren?

Naar boven