Vragen van de leden Bosman en Harbers (beiden VVD) aan de Minister van Financiën over een leningsverzoek van Curaçao ter grootte van 60 miljoen Antilliaanse Guldens (ingezonden 25 april 2014).

Vraag 1

Bent u bekend met een leningsverzoek van Curaçao ter grootte van 60 miljoen Antilliaanse Guldens?

Vraag 2

Heeft u kennisgenomen van het advies van het College Financieel Toezicht (CFT) ten aanzien van deze lening?

Vraag 3

Heeft u gecontroleerd of aan alle vereisten van de Rijkswet financieel toezicht is voldaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat was de uitkomst?

Vraag 4

Waarom schrijft Nederland, tegen de achtergrond van de halfjaarrapportage «juli 2013-december 2013» van het CFT, in op deze lening?

Vraag 5

Deelt u de mening dat de risico’s als gevolg van gebrekkig financieel beheer op Curaçao (zie ook CFT jaarrapportage CFT juli 2013–december 2013) dusdanig zijn dat een lening niet gerechtvaardigd is onder artikel 15 van de Rijkswet financieel toezicht?

Vraag 6

Deelt u de mening dat onder een uiteenzetting van de financiële toestand van het land ook de goedgekeurde jaaropgaven van de overheid-NV’s horen?

Vraag 7

In hoeverre is het niet hebben van goedgekeurde jaarrekeningen een teken van het niet op orde hebben van het financieel beheer?

Vraag 8

Hoewel Aruba niet onder de Rijkswet financieel toezicht valt, bent u het ermee eens dat ook Aruba moet voldoen aan transparantie van de inkomsten en uitgaven op de begroting voordat er sprake kan zijn van een lening waarop door Nederland wordt ingeschreven? Zo nee, waarom niet?

Naar boven