Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister-President over zijn uitspraken over de rol van de Minister van Veiligheid en Justitie bij lopende onderzoeken van het Openbaar Ministerie (ingezonden 23 april 2014).

Vraag 1

Is het waar dat u tijdens de persconferentie na de ministerraad op 17 april 2014 heeft gezegd dat de Minister van Veiligheid en Justitie niet te ver is gegaan met zijn opmerking «Het was niks, het is niks en het wordt niks» met betrekking tot een lopend onderzoek van het Openbaar Ministerie?1

Vraag 2

Wat bedoelde u met uw opmerking dat juist de Minister van Veiligheid en Justitie «ruimer gerechtigd» is dingen te zeggen, omdat die immers het «enige bruggetje» is tussen de gescheiden machten? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?

Naar boven