Vragen van de leden Van Weyenberg, Bergkamp en Koolmees (allen D66) aan de Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretarissen van Financiën en van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport over Verklaring arbeidsrelatie (VAR) voor zzp’ers
(ingezonden 17 april 2014).
Vraag 1
Als de Belastingdienst dezelfde regels hanteert bij het afgeven van een VAR-WUO, hoe
is het dan mogelijk dat mensen die eerder een VAR- Winst uit onderneming (WUO) kregen,
deze nu niet meer krijgen, terwijl er in de relatie met hun opdrachtgever niets is
veranderd?
Vraag 2
Op basis van welke richtlijnen is de Belastingdienst strenger gaan handhaven? Richt
de herzieningsactie zich op specifieke doelgroepen of branches?
Vraag 3
Op welke momenten en op welke wijze is door de Belastingdienst aan de sectoren gecommuniceerd
dat bepaalde zzp-constructies niet aan de regelgeving voldoen en derhalve ongewenst
zijn?1
Vraag 4
Volgens de antwoorden op eerdere schriftelijke vragen2 zijn na de poging in 2008 om via een convenant het voor instelling mogelijk te maken
om te werken met zzp’ers, zorginstellingen overgegaan tot het weer in dienst nemen
van zorgverleners, hoeveel zorgverleners die eerst als zzp’er werkzaam waren, zijn
na 2008 (weer) in dienst genomen?
Vraag 5
Op welke wijze is het wél mogelijk om als zzp’er via een bemiddelingsbureau of een
instelling zorg in natura te leveren, of acht u dit per definitie uitgesloten? Kunt
u hierbij ingaan op de uitspraak van het Gerechtshof in Leeuwarden op 15 mei 2012,
dat het feit dat een zzp’er haar cliënten voor een groot deel werft via een bemiddelingsbureau,
niet meebrengt dat zij om die reden niet in zelfstandigheid haar beroep van zorgverlener
uitoefent?3
Vraag 6
Zijn er situaties mogelijk waarin een zzp’er niet zelf een contract met een zorgkantoor
sluit, maar toch als zzp’er zorg kan leveren? Of is er per definitie sprake van een
dienstbetrekking indien een zzp’er niet rechtstreeks een contract met het zorgkantoor
sluit?
Vraag 7
Blijft de herziening van de VAR-WUO’s beperkt tot de 257 mensen van wie de VAR-WUO
nu is herzien in een VAR-loon, of is sprake van een grotere herzieningsactie? Indien
er sprake is van een grotere herzieningsoperatie: van hoeveel zzp’ers moet de situatie
nog onderzocht worden? Van hoeveel van de ongeveer 20.000 mensen in de zorgsector
met een VAR is de VAR reeds hernieuwd beoordeeld?
Vraag 8
Wat is het verschil tussen de 600 aanvragers van een VAR-WUO die de VAR-WUO wél hebben
gekregen en de 900 aanvragers van een VAR-WUO die een VAR-loon hebben gekregen? Waarom
is aan 150 mensen alsnog een VAR-WUO afgegeven?
Vraag 9
Waarom heeft u er voor gekozen om de VAR-WUO van 1.200 mensen direct in te trekken
of niet te verlenen, en niet te wachten tot zorgkantoren hun medewerking hebben toegezegd
voor uitbreiding van de pilot? Kan via de pilot alle zorg die nu verleend wordt door
zzp’ers, aan dezelfde mensen verleend blijven worden?
Vraag 10
Kunt u, zonder in te gaan op individuele gevallen, in algemene zin toelichten of het
klopt dat van mensen de VAR-WUO is ingetrokken enkel omdat zij ingeschreven stonden
bij een zorgbemiddelaar, zonder dat is gekeken of deze mensen ook daadwerkelijk via
deze zorgbemiddelaar waren ingehuurd?
Vraag 11
Zijn alle vormen van zorg die nu door zzp’ers worden geleverd, waaronder palliatieve
zorg, 24-uurszorg, of andere zorg waarvoor grote flexibiliteit vereist is, met dezelfde
kwaliteit en tegen dezelfde kosten uit te voeren met medewerkers in loondienst?
Kunt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan het Algemeen overleg VAR-verklaringen
voor zzp'ers op 23 april 2014?
X Noot
1zzp-er: zelfstandige zonder personeel
X Noot
2Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1651
X Noot
3ECLI:NL:GHLEE:2012:BW6128