Vragen van het lid Fokke (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de berichten «Stadsbestuur let onvoldoende op de centen» en «We zijn geen applausmachine van het college» (ingezonden 15 april 2014).

Vraag 1

Kent u de berichten «Stadsbestuur let onvoldoende op de centen»1 en «We zijn geen applausmachine van het college»?2

Vraag 2

Heeft u inzicht (al dan niet bij benadering) in het aantal gemeenten dat niet beschikt over een deugdelijke jaarrekening? Zo ja, kunt u dit inzicht met de Kamer delen?

Vraag 3

Wat zijn de oorzaken van het niet hebben van een deugdelijke jaarrekening? Herkent u zich in het geschetste beeld dat het met name een kwestie van te weinig prioriteit is, of speelt – wellicht met name bij kleinere gemeenten – een gebrek aan kennis en kunde wel degelijk een grote rol?

Vraag 4

Deelt u de mening van de directeur van de Rekenkamer Rotterdam dat de «mechanismen om een college te dwingen tot [het opstellen van een deugdelijke jaarrekening] niet sterk genoeg zijn»? Zo ja, overweegt u maatregelen om deze mechanismen te versterken?

Vraag 5

Welke is de taakverdeling tussen gemeentebestuur, accountant en Rekenkamer ten aanzien van het opstellen van de jaarrekening? Kunt u de taak van elk van deze organen op dit terrein helder uiteenzetten?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het van groot belang is dat de gemeentelijke (financiële) controlemechanismen – zowel accountant als Rekenkamer – op orde moeten zijn, nu het Rijk voornemens is voor honderden miljoenen euro’s aan taken naar gemeenten over te hevelen? Zo ja, welke actie onderneemt u naar aanleiding van dit bericht om de positie van accountant of Rekenkamer te versterken?


X Noot
1

Binnenlandsbestuur.nl, 12 april 2014.

X Noot
2

Binnenlands Bestuur, nummer 7, 2014, pp.30–33.

Naar boven