Vragen van het lid Bruins Slot (CDA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over de mortuariumkosten van ziekenhuizen (ingezonden 14 april 2014).
Vraag 1
Heeft u de tv-uitzending over mortuariumkosten van ziekenhuizen gezien?1
Vraag 2
Kent u de uit 2007 daterende antwoorden van uw ambtsvoorganger op eerdere schriftelijke
vragen dat noodzakelijke zorg strikt genomen niet beperkt is tot de zorg in de eerste
drie uur na overlijden?2 Wat vindt u ervan dat het erop lijkt dat het verstrijken van de drie uur toch in
de praktijk als een harde grens wordt uitgelegd? Zou het niet meer in de rede liggen
om uit te gaan van een termijn van drie uur nadat de nabestaanden op de hoogte zijn
gesteld? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Vindt u het ook van belang dat nabestaanden tijd krijgen om afscheid te nemen, en
mondeling een toelichting op de mogelijke wenselijke zorg te krijgen?
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat slechts tweederde van de ziekenhuizen de tarieven van de wenselijke
zorg konden verstrekken, zoals in de uitzending is toegelicht?
Vraag 5
Heeft u er zicht op of AWBZ-instellingen hun tarieven voor wenselijke zorg goed bekend
maken?
Vraag 6
Deelt u de mening dat ziekenhuizen en andere zorginstellingen, zoals AWBZ-instellingen,
uitdrukkelijk toestemming moeten vragen aan de nabestaanden voor het verlenen van
wenselijke zorg?
Vraag 7
Is bijvoorbeeld de constructie van het Erasmus MC, dat stilzwijgende toestemming hanteert
voor het uitvoeren van de wenselijke verzorging (zie folder laatste zorg na overlijden),
wettelijk toegestaan?3 Hoe verhoudt zich dit tot het contractenrecht?
Vraag 8
Deelt u de mening dat de tarieven voor de wenselijke zorg en de voorwaarden op de
websites van ziekenhuizen en zorginstellingen gepubliceerd moeten worden, zodat nabestaanden
makkelijker op de hoogte kunnen zijn van de kosten? Wilt u uitzoeken of ziekenhuizen
en overige zorginstellingen zich hieraan houden (zie ook uw antwoorden op eerdere
schriftelijke vragen)?4
Vraag 9
Wat vindt u van het feit dat ziekenhuizen zeer uiteenlopende tarieven rekenen voor
eenzelfde wenselijke zorg, zoals bijvoorbeeld voor het gebruik van de koeling van
een mortuarium, inclusief het berekenen van een weekendtarief? Vindt u dergelijke
grote prijsverschillen voor het leveren van dezelfde dienst wenselijk?
Vraag 10
Bent u bereid over voorgaande punten met de partijen die het overzicht noodzakelijke
laatste zorg hebben opgesteld (de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen en de uitvaartbranche)
en het College voor zorgverzekeringen – sinds 1 april jl. omgedoopt in Zorginstituut
Nederland – (opsteller van de CVZ-circulaire 01/32 d.d. 22 augustus 2001) in gesprek
te gaan om voorgaande knelpunten te bespreken? Zo ja, wilt u de Kamer op de hoogte
stellen van de uitkomsten van het gesprek?
Vraag 11
Deelt u de mening dat er voor noodzakelijke zorg in de praktijk geen keuzevrijheid
is voor nabestaanden, omdat nabestaanden de overledene dan in de eerste uren na overlijden
over zouden moeten brengen naar een andere zorginstelling voor de eerste noodzakelijke
zorg, en nabestaanden in de eerste uren na het overlijden van een dierbare wel iets
anders aan hun hoofd hebben?
Vraag 12
Bent u daarom bereid maximumtarieven af te spreken voor de wenselijke zorg, die geleverd
wordt voordat nabestaanden een overeenkomst sluiten met een door hen gekozen uitvaartondernemer?
Vraag 13
Bent u van mening dat het gebruik van de koeling in het mortuarium wel noodzakelijke
zorg vanuit hygiënisch oogpunt is, en dat vanuit de eerste 24 uur hieraan geen kosten
verbonden zijn, zodat nabestaanden tijd hebben om het vervolg te regelen? Zo nee,
wilt u er dan voor zorgen dat koeling wenselijke zorg is, waarvoor toestemming van
de nabestaanden vereist is?
Vraag 14
Klopt het dat pacemakers niet onder noodzakelijke zorg vallen, maar wel op basis van
milieu-eisen verplicht verwijderd moeten worden? Zo ja, waarom valt dit dan niet onder
de noodzakelijke zorg?
X Noot
1Kassa, 29 maart 2014
X Noot
2Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2006–2007, nr. 2499
X Noot
4Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 2113