Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over een forse toename in het aantal klachten over de Rotterdamse Sociale Dienst (ingezonden 3 april 2014).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat de Rotterdamse sociale dienst het groeiend aantal aanvragen van bijstandsuitkeringen of bijzondere bijstand niet meer aan kan met alle schrijnende gevolgen van dien? Deelt u de mening van wethouder Florijn dat dit een landelijk probleem is? Zo ja, welke gevolgen verbindt u aan deze conclusie?1

Vraag 2

Doen de onder de eerste vraag beschreven problemen zich ook voor bij andere gemeenten? Zo ja welke?

Vraag 3

Vindt u de conclusies over de sociale dienst uit het onderzoek van de Rotterdamse ombudsman dat vooral burgers die in de bijstand zitten de dupe zijn van de geconstateerde onbereikbaarheid, miscommunicatie en gebrek aan flexibiliteit acceptabel? Zo nee, bent u bereid een breed onderzoek in te stellen bij de gemeente Rotterdam door de Inspectie SZW, daar de Ombudsman spreekt over «het topje van de ijsberg»?

Vraag 4

Herkent u zich in het Rotterdamse signaal dat er een landelijk tekort zou zijn aan gekwalificeerd personeel voor afhandeling van aanvragen in het kader van de Wet Werk en Bijstand? Kunt u dit toelichten?

Vraag 5

Op welke wijze gaat u voorkomen dat Rotterdammers als gevolg van de drukte bij de Rotterdamse sociale dienst te laat een uitkering krijgen en van de regen in de drup raken?

Vraag 6

Welke maatregelen gaat u treffen opdat gemeenten de Wet Werk en Bijstand naar behoren kunnen uitvoeren?

Naar boven