Vragen van het lid Wolbert (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over ruzie binnen de perinatale zorg (ingezonden 7 maart 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Ruzie binnen de perinatale zorg»?1

Vraag 2

Deelt u de zorgen dat de monodisciplinaire richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Obsteterie & Gynaecologie (NVOG) en de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) niet goed op elkaar zijn afgestemd?

Vraag 3

Kunt u uitleggen waarom het de beroepsgroepen maar niet lukt te komen tot regionale integrale geboortezorgstandaarden? Op welke termijn wilt u dat regionale integrale geboortezorgstandaarden wel tot stand zijn gekomen? Welke mogelijkheden heeft u om daar voor te zorgen? Hoe en wanneer gaat u deze inzetten?

Vraag 4

Vindt u het ook zo schrijnend dat afstemmingsproblemen tussen de NVOG en de KNOV ten koste gaan van de gezondheid van baby’s en moeders?

Vraag 5

Wat gaat u doen om integrale samenwerking tussen verloskundigen en gynaecologen te bevorderen nu blijkt dat de KNOV haar leden oproept om vooral de zelfstandige rol van de verloskundige als zorgverlener en poortwachter te beschermen? Wat vindt u van de houding van de KNOV?

Vraag 6

Hoe beoordeelt u het feit dat de KNOV het College Perinatale Zorg (CPZ) liever in een adviserende rol dan in een besluitvormende rol ziet, terwijl de beroepsgroepen er zelf niet uit lijken te komen?

Vraag 7

Bent u van plan om de rol en de instrumenten van het CPZ te versterken zodat zij dwingender kan optreden ter bevordering van integrale samenwerking binnen de perinatale zorg? Zo ja, hoe en wanneer gaat u dat doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Heeft u de indruk dat zowel de NVOG als de KNOV zich maximaal inzetten om tot integrale geboortezorg en optimale afstemming en samenwerking te komen? Zo nee, wat zou er moeten veranderen?


X Noot
1

Ruzie binnen de perinatale zorg, Medisch contact, 26 februari 2014

Naar boven