Vragen van het lid Fritsma (PVV) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over mogelijke contacten van Kamerleden met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over individuele gevallen binnen het vreemdelingenbeleid (ingezonden 7 maart 2014).

Vraag 1

Klopt het dat u (of uw medewerker(s) / ambtenaren) – buiten de plenaire- en commissievergaderingen om – contact heeft (/ hebben) met (individuele) Kamerleden over individuele gevallen binnen het vreemdelingenbeleid?

Vraag 2

Zo ja, kunt u de aard van deze contacten toelichten, aangeven hoe vaak deze contacten hebben plaatsgevonden en hoe vaak deze contacten hebben geleid tot een ingreep, bijvoorbeeld het gebruik maken van de discretionaire bevoegdheid of het uitstellen van een uitzetting die zonder het contact achterwege was gebleven?

Vraag 3

Deelt u de mening dat openheid over deze contacten, het verloop hiervan en het resultaat hiervan vereist is, zodat de Kamerleden die niet bij dit soort overleg zijn betrokken toch hun controlerende taak kunnen uitoefenen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 4

Hoe verhoudt uw werkwijze dat (tijdens debatten of bij de beantwoording van Kamervragen) niet op individuele zaken wordt ingegaan zich met het (mogelijke) gegeven dat dit buiten de debatten om wel gebeurt?

Vraag 5

Deelt u de mening dat achterkamertjespolitiek, die zich afspeelt buiten de waarneming van (de meeste) Kamerleden, ook op het gebied van vreemdelingenzaken achterwege dient te blijven? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u hier in het vervolg vorm aan geven?

Naar boven