Vragen van het lid Van Laar (PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de rapportage van Brandpunt over de weeshuis-industrie in Cambodja (ingezonden 4 maart 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de rapportage van Brandpunt over de weeshuis-industrie in Cambodja?1

Vraag 2

Hoe lang bent u al op de hoogte van het bestaan van deze (lucratieve) industrie? Op welke wijze gaat u de wantoestanden in deze industrie aanpakken?

Vraag 3

Op welke wijze en via welke kanalen informeert de Nederlandse overheid de Nederlandse toeristen en vrijwilligers die afreizen naar landen als Cambodja, Nepal en India, waar weeshuizen als paddenstoelen uit de grond schieten? Ziet u mogelijkheden voor verbetering van de informatievoorziening en zo ja, welke zijn dat? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de mening dat toeristen goed voorgelicht moet worden om bewustwording te creëren over dit onderwerp? En zo ja, op welke wijze gebeurt dat nu en welke mogelijkheden tot verbetering ziet u? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Op welke wijze steunt de regering de actie van Friends international in samenwerking met Unicef «Children are not tourist attractions»?

Vraag 6

Zijn er Nederlandse subsidies verstrekt aan vrijwilligers die vrijwilligerswerk doen of hebben gedaan in dit soort weeshuizen? Zo ja, wat is het totaalbedrag van deze subsidies en op welke wijze gaat u in de toekomst om met het verstrekken van deze subsidies?

Vraag 7

Welke controle is er op de Nederlandse organisaties die actief online bemiddelen voor vrijwilligersplekken in weeshuizen en wie voert deze uit? Deelt u de mening dat deze organisaties moeten worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid, om zo te voorkomen dat de kinderen, vrijwilligers en toeristen de dupe worden van deze industrie? Zo ja, hoe gaat u dit vormgeven? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Geeft de Nederlandse overheid op dit moment steun aan organisaties die zich bezighouden met het aanpakken van de weeshuis problematiek? Zo ja, kunt u hiervan een overzicht geven en bent u bereid het beleid op dit terrein aan te passen? Zo ja, op welke wijze?

Naar boven