Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het wetsvoorstel afschaffen precariobelasting voor nutsbedrijven (ingezonden 27 februari 2014).

Vraag 1

Klopt het bericht dat gemeenten steeds meer precariobelasting heffen en dat gemeenten vorig jaar in totaal € 115 mln. aan precarioinkomsten hebben ingeboekt?1

Vraag 2

Is het waar dat de hoogste rekening naar nutsbedrijven als water- en netbedrijven gaat? Deelt u de mening dat dit een ongewenste ontwikkeling is, aangezien niet iedere gemeente precariobelasting heft, maar de rekening van de verhoging van lasten voor nutsbedrijven wel verdeeld wordt over alle gebruikers van die nutsvoorzieningen?

Vraag 3

Is het waar dat uw ambtsvoorganger op verzoek van de Tweede Kamer in 2011 is begonnen met het maken van een wetsvoorstel dat regelt dat nutsbedrijven geen precariobelasting meer hoeven te betalen voor hun netwerken?2 En is het waar dat de Raad van State hierover in augustus 2012 een advies heeft uitgebracht?

Vraag 4

Waarom is dit voorstel nog steeds niet verstuurd naar de Tweede Kamer? Wat veroorzaakt de vertraging van bijna drie jaar? Hoe verhoudt dit zich tot het voorgenomen hoge tempo van uw voorganger, zoals uitgedrukt in de brief aan de Tweede Kamer van 30 juni 2011? Wat houdt u tegen om dit voorstel snel in behandeling te laten nemen?

Vraag 5

Deelt u de mening dat, gezien de steeds verder stijgende kosten voor nutsbedrijven en daarmee hun klanten en de groei van gemeenten die gebruik maken van de mogelijkheid om precariobelasting te heffen, het wenselijk is dat dit wetsvoorstel spoedig behandeld wordt door de Tweede Kamer? Wanneer kan de Tweede Kamer het voorstel verwachten?


X Noot
1

Leidsch Dagblad, 25 februari 2014

Naar boven