Vragen van de leden Kuzu en Van Laar (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Nibud bevestigt dat Bonaire ver onder de armoedegrens leeft» (ingezonden 21 februari 2014).

Vraag 1

Kent u het artikel «Nibud bevestigt dat Bonaire ver onder de armoedegrens leeft»?1

Vraag 2

Bent u in het bezit van het Nibud-rapport waar in het artikel over gesproken wordt? Zo ja, kunt u dit rapport naar de Kamer sturen en van een reactie van uw kant voorzien? Kunt u hierbij ingaan op hoe de berekeningen van het Nibud voor de situatie op Bonaire zich verhouden tot de berekening van het sociaal minimum in Europees Nederland? Zo nee, bent u bereid dit rapport bij het bestuurscollege van Bonaire op te vragen en met de Kamer te delen?

Vraag 3

Hoe verhoudt het Nibud-rapport zich tot het CBS-onderzoek (waarvan u opdrachtgever bent) waarover u de Kamer schreef in december 2013?2 Was u op de hoogte van deze opdracht door de lokale overheid aan het Nibud? Zo nee, acht u het wenselijk dat u hiervan niet op de hoogte was? Wanneer verwacht u dat het CBS-onderzoek is afgerond en naar de Kamer wordt gestuurd?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de uitkomsten van het Nibud-rapport? Is dit voor u aanleiding om op een andere manier naar de armoedeproblematiek op Bonaire te kijken? Geeft dit rapport nieuw inzicht in de armoedeproblematiek op Saba en Sint Eustatius of is daarvoor aanvullend onderzoek nodig?

Vraag 5

Bent u van mening dat het Nibud-onderzoek een ernstiger beeld van de situatie schetst dan uw brief van december 2013?

Vraag 6

Heeft het Nibud ook andere gezinssituaties – bijvoorbeeld het samenwonen van meerdere generaties – dan de in het artikel genoemde gezinssituaties onderzocht? Zo ja, wat zijn hiervan de uitkomsten?

Vraag 7

Is inmiddels duidelijk op welke wijze de 600.000 euro per jaar die u structureel beschikbaar hebt gesteld voor armoedebeleid wordt ingezet?

Naar boven