Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat de Gülen beweging in Nederland minimaal 100 studiehuizen heeft (ingezonden 4 februari 2014).

Vraag 1

Wat vindt u van het bericht dat de Gülen beweging minimaal 100 studiehuizen heeft waar groepen Turks-Nederlandse jongens en meisjes kunnen verblijven zonder enig toezicht?1

Vraag 2

Wat is uw mening ten aanzien van de Gülen beweging? Onder welke namen en organisaties opereert de Gülen beweging in Nederland? Welke banden onderhoudt deze beweging met de overheid?

Vraag 3

Deelt u de mening dat deze Gülen studiehuizen segregatie en afkeer van de Nederlandse samenleving in de hand kunnen werken? Zo nee waarom niet? Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen om dit te ontmoedigen?

Vraag 4

Bent u het met de conclusie eens dat deze studiehuizen een afgeslankte voorzetting van de Gülen internaten zijn? Zo nee, waarin zit het verschil? Zo ja, wat vindt u daarvan?

Vraag 5

Bent u bereid om samen met de betrokken gemeenten de studiehuizen op te sporen, eventuele subsidies te beëindigen en de onderwijsinspectie het pedagogisch te laten onderzoeken?

Vraag 6

Wat vindt u van het idee om in desbetreffende gemeentes in overleg met scholen en ouders, alternatieve huiswerkbegeleiding in te zetten? Zo nee, waarom niet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Van Klaveren en Beertema (beiden PVV), ingezonden 3 februari 2014 (vraagnummer 2014Z01814)

Naar boven