Vragen van de leden Marcouch en Recourt (beiden PvdA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat Jihadisten in Den Haag trouw aan Al-Qaida zweren (ingezonden 30 december 2013).

Vraag 1

Kent u het bericht «Jihadisten zweren in Den Haag trouw aan Al-Qaida»?1 Hebt u het daarin vertoonde filmpje gezien of kunt u zich op de hoogte stellen van de inhoud daarvan?

Vraag 2

Kan het zweren van trouw aan Al-Qaida en/of het oproepen tot een gewapende strijd onder omstandigheden strafbaar zijn? Zo ja, onder welke omstandigheden en was daar in dit geval sprake van? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Acht u de gedane uitingen een bedreiging voor de veiligheid in Nederland? Zo ja, waarom en wat gaat u hiertegen doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Acht u het mogelijk dat onder degenen die in het filmpje trouw zweren aan de International Study-center for Independant Search of truth (ISIS), Al-Qaida in Syrië en Irak, zich personen bevinden die zich opmaken voor een gewapende strijd in Syrië of elders? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Acht u het wenselijk de gangen van deze personen nauwkeurig te volgen en heeft u ze reeds in kaart gebracht? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Over welke mogelijkheden beschikken u en de lokale autoriteiten om deze personen aan te pakken? Worden die mogelijkheden in dit concrete geval ten volle benut? Zo ja kunt u aangeven hoe? Hoeveel van deze personen beschikken over een (bijstands) uitkering?

Vraag 7

In Nederland staat Al-Qaida aangemerkt als een terroristische organisatie en is als zodanig verboden; deelt u de mening dat deze jihadisten, mede gelet op het publiekelijke optreden (zwaaiend met Al Qaida vlag, kleding, tekst en uitspraken), aangemerkt kunnen worden als zijnde onderdeel van deze terroristische organisatie? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

In het filmpje spreken de jihadisten de Arabische taal; acht u het noodzakelijk dat de dienstdoende agenten over voldoende kennis en expertise, bijvoorbeeld kennis van de Arabische taal, moeten beschikken om adequaat en gericht op te kunnen treden? Zo ja, kunt u dan aangeven hoeveel van deze agenten bijvoorbeeld de Arabische taal machtig zijn? Zo nee, waarom niet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Klaveren (PVV), ingezonden 30 december 2013 (vraagnummer 2013Z25507).

Naar boven