Vragen van het lid Rog (CDA) aan de Staatssecretaris en minister van Onderwijs, Cultuur en Onderwijs over het artikel «Cao in Onderwijs niet rechtsgeldig» (ingezonden 19 december 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Cao in onderwijs niet rechtsgeldig»?1

Vraag 2

Bent u het met de auteur van het artikel eens dat, alhoewel werkgevers en vakbonden in de onderwijssector collectieve afspraken over arbeidsvoorwaarden maken, van een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) geen sprake is? Zo nee, waarom niet? Onderschrijft u zijn conclusie dat daarmee de afspraken niet doorwerken naar de individuele arbeidsovereenkomst? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Herkent u de problemen die de auteur in zijn artikel schetst, namelijk dat er bij de overheidscentrales geen sprake is van een vereniging van werknemers, maar van verenigingen van verenigingen?

Vraag 4

Erkent u dat het daarnaast de vraag is of de werkgevers in de VO-Raad wel statutair bevoegd zijn een cao af te sluiten en dat afspraken over collectieve arbeidsvoorwaarden voor het onderwijs niet kunnen worden aangemeld op grond van de Wet op de loonvorming en dat daarmee aan deze overeenkomst niet de status van cao kan worden toegekend? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Indien u de mening van de auteur van het artikel onderschrijft, wat betekent dit dan in formele en praktische zin voor de cao? Bent u bereid maatregelen te treffen, waardoor de cao in het onderwijs wel rechtsgeldig is? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

Zeggenschap, nr. 4-2013 en http://www.zeggenschap.info/actueel/nieuwsdetail/92

Naar boven