Vragen van de leden De Liefde, Bosman en Aukje de Vries (allen VVD) aan de ministers
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Financiën en van Economische Zaken
over het bericht dat de aanleg van glasvezel in Caribisch Nederland twee keer duurder
is dan begroot en volledig door de Nederlandse belastingbetaler wordt betaald (ingezonden
17 december 2013).
Vraag 1
Kan de regering toelichten waarom de aanleg van internet in Caribisch Nederland twee
keer duurder is dan begroot in 2008? Kan de regering toelichten waarom er zo slecht
begroot is?1
Vraag 2
Waarom heeft Nederland, in afwijking met de afspraken uit 2008, aanvullende werkzaamheden
c.q. uitgaven voor zijn rekening genomen? Is de Kamer hierover geïnformeerd c.q. om
toestemming gevraagd? Uit welke stukken blijkt dat?
Vraag 3
Is de regering van mening dat een verdubbeling van het beschikbare budget een wel
erg grote overschrijding is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom heeft de regering
dit budget dan toch verdubbeld?
Vraag 4
Hoeveel bestaande internetaansluitingen profiteren van deze investering van € 8,9
mln? Hoeveel nieuwe aansluitingen verwacht de regering in de komende vijf jaar?
Vraag 5
Welke jaarlijkse exploitatiekosten verwacht de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties als 100% aandeelhouder van staatsbedrijf Saba Statia Cable System
(SSCS BV) te maken? Welke opbrengsten staan daar tegenover?
Vraag 6
Is de regering van mening dat alle inwoners van het Koninkrijk recht hebben op toegang
tot breedbandinternet, onafhankelijk van hun woonplaats? Zo ja, is de regering dan
bereid financieel bij te dragen aan de aanleg van een breedbandinternetverbinding
van minimaal 1,5 Mb in de buitengebieden van Nederland, waar zo’n 167.000 huishoudens
nog niet zijn aangesloten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties overleg gevoerd met
de minister van Economische Zaken over het «gratis» aansluiten van Caribisch Nederland
op breedbandinternet? Zo ja, wanneer in de afgelopen 6 jaar is dat gebeurd? Welke
besluiten zijn in deze tijd genomen en waarom?
Vraag 8
Waarom is het aangaan van een nieuwe deelneming niet conform de Comptabiliteitswet
door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan het parlement voorgelegd?
Kan deze minister toezeggen dit alsnog conform de normale procedure te doen?
Vraag 9
Waarom is of wordt in dit geval gekozen voor een deelneming, hoewel het kabinet zelf
vindt dat het aandeelhouderschap niet het eerst aangewezen instrument is om publieke
belangen te borgen?
Vraag 10
Waarom kunnen de publieke belangen in dit geval niet op andere manieren, zoals via
wet- en regelgeving, geborgd worden?
Vraag 11
Welke aantoonbaar dwingende redenen zijn er in dit geval voor het participeren in
een vennootschap nu, niet alleen in het recent bekend gemaakte staatsdeelnemingenbeleid,
maar ook in het staatsdeelnemingenbeleid van 2007, de lijn is dat er aantoonbaar dwingende
redenen moeten zijn om de staat risicodragend te laten participeren in vennootschappen?
Vraag 12
In hoeverre is in dit geval de volgende passage uit het staatsdeelnemingenbeleid van
het kabinet van toepassing: «Een staatsdeelneming moet als vennootschap in staat zijn
om een rendement te behalen op zijn producten of diensten, passend bij de risico's
die met de ondernemingsactiviteiten gepaard gaan en waarbij de (financiële) continuïteit
van de onderneming wordt gewaarborgd. Dit wil zeggen dat een zodanig rendement wordt
behaald waarbij de onderneming zijn waarde behoudt, kan blijven investeren en zich
zelfstandig kan financieren tegen acceptabele rente en voorwaarden. Als aan deze voorwaarde
niet kan worden voldaan ligt het onderbrengen van de activiteiten in de vennootschapsvorm
niet voor de hand.»? Hoe moet dit gezien worden in relatie tot het feit dat SSCS BV
geen winstoogmerk heeft?
Vraag 13
Is de regering bereid deze vragen tijdig te beantwoorden, en uiterlijk één week voor
het notaoverleg over het nieuwe staatsdeelnemingenbeleid op 3 februari 2014?
X Noot
1Qracao.com, 9 december 2013