Vragen van de leden Omtzigt en Heerma (beiden CDA) aan de staatssecretaris van Financiën en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het gebruik van overheidsvorderingen (Ingezonden 12 december 2013).

Vraag 1

Klopt het dat de Belastingdienst bij een overheidsvordering belastingschulden zonder toestemming mag afschrijven van de bankrekeningen van de belastingplichtige tot op het maximum dat de belastingplichtige rood mag staan?

Vraag 2

Hoe wordt in geval van een overheidsvordering door de Belastingdienst omgegaan met de beslagvrije voet?

Vraag 3

Herinnert u zich dat de regering schreef: « Tot slot wordt het mogelijk gemaakt om (een vorm van) de beslagvrije voet achteraf toe te passen.» (Kamerstuk 24 515  nr. 255, blz. 7)? Op welke wijze wordt hieraan uitvoering gegeven?

Vraag 4

Deelt u de mening dat dit vergaande instrument slechts in uitzonderlijke situaties moet worden ingezet? Hoe vaak heeft de Belastingdienst per jaar gebruik gemaakt van het instrument «overheidsvordering» vanaf het jaar 2009 en welke soorten belasting betrof het?

Vraag 5

Hoeveel klachten zijn er binnengekomen over de overheidsvordering in elk van die jaren?

Vraag 6

Hoe vaak is in elk jaar een bedrag van de verkeerde rekening afgeschreven en op welke compensatie heeft iemand recht, bij wie ten onrechte ingevorderd is?

Vraag 7

Hoe vaak is iemand door de Belastingdienst gecompenseerd voor gemaakte kosten door een onterechte overheidsvordering?

Vraag 8

Wanneer ontvangt de Kamer een evaluatie van de overheidsvordering bij de motorrijtuigenbelasting en de inkomstenbelasting?

Vraag 9

Heeft u kennisgenomen van de «Evaluatie pilot Overheidsvordering Lokale Overheden»?

Vraag 10

Wat vindt u van het feit dat de overheden zelf de evaluatie schrijven en dat alle deelnemende overheden op de vraag of hun eigen (informatie)telefoon de juiste informatie verschaft, braaf «ja» antwoorden en het antwoord van de evaluatie dus is dat de overheid de juiste informatie verschaft?

Vraag 11

Op welke wijze vindt overleg plaats met belangengroepen van bijvoorbeeld schuldhulpverleners, die heel andere ervaringen hebben met de overheidsvorderingen, voordat er wordt overgegaan op verdere invoering van de overheidsvordering?

Vraag 12

Op welke wijze vindt overleg plaats met gerechtsdeurwaarders, die aanbevelingen gedaan hebben voor het oplossen van knelpunten door ongelijke incassobevoegdheden in het onderzoeksrapport Paritas Passé?

Vraag 13

Bent u bereid om de Nationale Ombudsman te vragen welke aanbevelingen hij heeft over de overheidsvordering (inclusief de geplande uitbreidingen) en zijn aanbevelingen aan de Kamer te doen toekomen (mede naar aanleiding van het rapport «In het Krijt bij de Overheid»)?

Naar boven