Vragen van het lid Paulus Jansen (SP) aan de minister van Economische Zaken over het vastrecht bij de productie- en leveringsbedrijven van energie (ingezonden 3 december 2013)

Vraag 1

Welke diensten van productie- en leveringsbedrijven (PLB) van energie rechtvaardigen het in rekening brengen van vastrecht, zowel bij de levering van gas als van elektriciteit?

Vraag 2

Indien dit «algemene dienstverlening rond het beschikbaar stellen van een aansluiting is»:

  • bij welke andere leverancier krijgt de klant jaarlijks een rekening van € 60 tot € 75 voor de administratieafdeling of het callcenter?

  • waarom worden PLB’s niet verplicht om hun overheadkosten op te nemen in de prijs voor het geleverde gas of de geleverde elektriciteit?

Vraag 3

Kunt een overzicht geven van de ontwikkeling van het vastrecht bij de vier grootste PLB’s in de afgelopen tien jaar? Is er enige zakelijk reden waarom de stijging van het vastrecht de laatste jaren veel hoger is dan van de gas- en elektriciteitsprijzen? Zo nee, onderschrijft u dat deze werkwijze de consument misleidt doordat gemakkelijke gestunt kan worden met de leveringstarieven, terwijl de feitelijke rekening niet daalt?

Vraag 4

Houdt de Autoriteit Consument en Markt (ACM) toezicht op de ontwikkeling van het vastrecht bij de productie- en leveringsbedrijven van energie? Op grond van welke criteria en met welke frequentie?

Vraag 5

Indien de ACM geen prioriteit geeft aan dit thema: kan er op de kortst mogelijke termijn een analyse gemaakt worden van de vastrecht-problematiek?

Vraag 6

Bent u bereid te onderzoeken of het mogelijk is om de PLB’s te verplichten om hun overheadkosten via de energieprijzen te verrekenen, in plaats van via een versluierend werkend vastrechttarief?

Naar boven