Vragen van het lid Recourt (PvdA) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over DNA-afname bij jongeren (ingezonden 27 november 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam over de afname van DNA in het kader van een strafzaak bij een 15-jarige?1

Vraag 2

Hoe vaak werd in 2012 in het kader van de Wet celmateriaal geen DNA-materiaal afgenomen omdat DNA-onderzoek niet kon worden gerechtvaardigd? Hoe vaak werd wel celmateriaal afgenomen in het kader van deze wet? In hoeveel van de gevallen waarin besloten werd geen celmateriaal af te nemen waren het minderjarigen? In hoeveel gevallen is er wel bij minderjarigen celmateriaal afgenomen?

Vraag 3

Hoeveel DNA-materiaal van (voormalige)jeugdigen is inmiddels opgeslagen in de DNA-databank? Zit in deze databank DNA-materiaal van jeugdigen (of van volwassenen waarvan het DNA-materiaal tijdens hun jeugd is afgenomen) dat vernietigd had moeten worden? Zo ja, van hoeveel jongeren en jongvolwassenen en waarom is dit niet vernietigd?

Vraag 4

Worden door de uitleg die de rechter er aan geeft de in de Wet celmateriaal opgenomen uitzonderingen op de verplichting celmateriaal af te nemen, verruimd? Zo ja, wat is de stand van de jurisprudentie op dit punt tot nu toe en waaruit bestaat deze verruiming? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Is het DNA-materiaal van de veroordeelde inmiddels vernietigd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Is een van de partijen tegen deze uitspraak in beroep gegaan, en zo ja wie? Wilt u wachten met het beantwoorden van deze vragen totdat de zaak onherroepelijk is geworden?

Naar boven