Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister en Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bejegenen van nabestaanden na overlijden in de instelling Bartimeus (ingezonden 26 november 2013).

Vraag 1

Klopt het dat nabestaanden en familieleden van de mevrouw die is overleden na een badincident in de zorginstelling Bartimeus in 2012 nooit excuses hebben gehad van deze instelling? Wat vindt u daarvan?1

Vraag 2

Bent u ervan op de hoogte dat de familie enigszins onder druk is gezet om kort na het overlijden van hun zus een document te tekenen waarin staat dat zij is gestorven aan een virale infectie? Wat is uw mening over deze gang van zaken?

Vraag 3

Vindt u het wenselijk dat familie de waarheid omtrent de doodsoorzaak niet kent, waardoor het bijvoorbeeld moeilijk wordt om het verlies te verwerken? Vindt u het wenselijk dat de beoordeling van Bartimeus en van het ziekenhuis uiteenlopen?

Vraag 4

Waarom schreef u eerder dat «de bevindingen van het onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg zullen wel openbaar worden gemaakt» terwijl dit rapport niet te vinden is op de site van de Inspectie voor de Volksgezondheid (IGZ)?2

Vraag 5

Wat is uw reactie op de bevindingen in het rapport van de IGZ? Is in dit rapport ook alle informatie van het ziekenhuis meegenomen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 6

Vindt u de maatregelen die Bartimeus heeft aangekondigd afdoende, gelet op het onprofessioneel handelen van het personeel?3

Vraag 7

Welke consequenties trekken het bestuur en de Raad van Toezicht over hun eigen handelen en het besluiten tot bezuinigingen welke de kwaliteit van zorg onder druk hebben gezet? Wat is daarover uw oordeel?

Vraag 8

Vindt u het niet treurig dat mensen die slachtoffer zijn van dit soort situaties enkel de mogelijkheid lijken te hebben zich te wenden tot bijvoorbeeld de stichting Klokkenluiders VG? Waarom falen de instanties die mensen bescherming zouden moeten bieden? Kunt u daar een uitgebreid antwoord op geven?4

Vraag 9

Wat is uw oordeel over het algehele optreden van de IGZ, de instelling en de nasleep in de richting van nabestaanden en familieleden?

Naar boven