Vragen van de leden Jacobi, Eijsink en Albert deVries (allen PvdA) aan de Minister van Defensie en de Staatssecretarissen van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu over de rapportage «Munitiestortplaats Oosterschelde is «tikkende tijdbom» (ingezonden 28 oktober 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de rapportage «Munitiestortplaats Oosterschelde is «tikkende tijdbom»?

Vraag 2

Kloppen de in de uitzending1 genoemde getallen, namelijk dat in het Nationaal Park Oosterschelde in het Gat van Zierikzee op 60 meter diep, in een gebied van 700 bij 1.400 meter, 30 miljoen kilo munitie uit de Tweede Wereldoorlog is gedumpt?

Vraag 3

Klopt het dat u van mening bent dat de aanwezige munitie in de Oosterschelde geen gevaar oplevert voor mens, natuur en milieu? Zo ja, hoe verhoudt dit oordeel zich dan tot de in de uitzending betrokken stellingen «dat de bevolking gevaar loopt en beschermd moet worden» en «dat de aanwezigheid van grote hoeveelheden munitie in zee en oceaan als een grotere dreiging moet worden gezien dan de opwarming van de aarde»? Zo nee, als u dus wel gevaar ziet, is er dan aanleiding om maatregelen te nemen? Kunt u in dat geval toelichten welke maatregelen u op welke termijn overweegt en waar die maatregelen zich dan op zullen richten?

Vraag 4

Wat is uw oordeel over de stelling dat de gestorte munitie «een tikkende tijdbom» is omdat het aan verval onderhevig is, langzaam minder stabiel wordt en spontaan kan gaan werken, kan ontploffen of doorroesten, waardoor allerlei zware metalen en giftige stoffen vrij zullen komen?

Vraag 5

Wat is uw mening over de stelling van de geïnterviewde zeebioloog dat stoffen nu al te meten zijn in het water en zich in organismen kunnen ophopen met alle gevolgen van dien?

Vraag 6

Zijn de vondsten van witte fosfor op de Zeeuwse stranden te relateren aan de gestorte munitie? Zo nee, welke andere verklaring geeft u dan aan die vondsten? Zo ja, moet dat dan, gelet op het spontaan kunnen ontbranden van witte fosfor, niet leiden tot maatregelen? Zo ja, welke maatregelen zijn dit en op welke termijn worden deze genomen?

Vraag 7

Deelt u de mening dat de in de uitzending gemelde feiten zodanig verontrustend zijn dat er tenminste aanleiding is tot het doen van nieuw onderzoek naar de gevaren en risico’s van de aanwezigheid van grote hoeveelheden munitie op de bodem van de Oosterschelde? Zo nee, waarom niet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Jasper van Dijk en Van Gerven, ingezonden 25 oktober 2013 (vraagnummer 2013Z20371).


X Noot
1

EenVandaag van woensdag 23 oktober 2013

Naar boven