Vragen van het lid Wolbert (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over tekort aan huisartsen in Drenthe (ingezonden 14 oktober 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met het Een Vandaag-item «Drenthe: tekort aan huisartsen door gebrek opvolgers»?1

Vraag 2

Bent u ook geschrokken van het feit dat sommige huisartsen in Zuidwest-Drenthe al jaren op zoek zijn naar een opvolger terwijl er op korte termijn naar verwachting 25–30 huisartsen nodig zijn om de huisartsencapaciteit op niveau te houden?

Vraag 3

Zijn er bij u, naast Zuidwest-Drenthe en Noordoost-Groningen, meer gebieden bekend waar deze problematiek zich voordoet?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de situatie omtrent de opvolging van huisartsen in buitengebieden al jaren zorgelijk is en dat landelijke aansturing noodzakelijk lijkt om de huisartsencapaciteit daar voldoende beschikbaar te houden?

Vraag 5

Hoe kijkt u aan tegen een oplossing waarin zorgverzekeraars huisartstarieven differentiëren zodat het huisartsenwerk in buitengebieden aantrekkelijker kan worden gemaakt? Is voor tariefdifferentiatie voor huisartsen een ministerieel besluit nodig of mogen zorgverzekeraars dit al?

Vraag 6

Deelt u de mening dat dit naast de problematiek omtrent het beschikbaar houden van voldoende huisartsencapaciteit, extra noodzakelijk is aangezien het uitgerekend gebieden betreft waar de bevolking relatief ongezonder is?2 In hoeverre vindt u dat de verantwoordelijkheid van in buitengebieden actieve zorgverzekeraars reikt om tot een oplossing te komen? Waar eindigt de verantwoordelijkheid van de verzekeraars en waar begint uw verantwoordelijkheid als het gaat om het tegengaan van de sociaal economische gezondheidsverschillen in Zuidoost-Drenthe en Noordoost-Groningen?

Vraag 7

Hoe kijkt u aan tegen een oplossing waarin een gezondheidscentrum geplaatst wordt in probleemgebieden om zodoende de aanwas van nieuwe huisartsen aantrekkelijker te maken? Wat zou u kunnen doen als zich hier investeringsproblemen voordoen?

Vraag 8

In hoeverre mogen flankerende incentives worden ingezet om vestiging van nieuwe huisartsen en hun partners aantrekkelijker te maken in buitengebieden? Hoe kijkt u aan tegen een oplossing waarin wordt gezorgd voor werkbemiddeling voor partners van huisartsen? Wie zou een dergelijke werkbemiddeling moeten betalen?

Vraag 9

Hoe kijkt u aan tegen overige flankerende incentives, zoals dat in andere bedrijfstakken meer gebruikelijk is (het beschikbaar stellen van goedkopere hypotheken, het overkopen van de huizen die moeten worden achtergelaten, auto’s voor partners om woon-werkverkeer te faciliteren, reiskostenvergoedingen etc.)?

Vraag 10

In hoeverre kan de beschikbaarheidsbijdrage worden ingezet voor het inzetten van nieuwe huisartsen in buitengebieden? Kan dit geregeld worden via de wet?

Vraag 11

Wat kunt u nog meer doen om de situatie te verbeteren?

Vraag 12

Gaat u op korte termijn actie ondernemen om voldoende huisartsencapaciteit in buitengebieden te garanderen?

Naar boven