Vragen van de leden Sjoerdsma en Pia Dijkstra (beiden D66) aan de minister van Buitenlandse Zaken over mensenrechtenschendingen in Rusland (ingezonden 18 september 2013).

Vraag 1

Kunt u aangeven hoeveel gesprekken en acties door Nederland en de EU zijn ondernomen tegen de anti-homo en NGO-wetgeving van Rusland? Hoe beoordeelt u de effectiviteit van de tot nu toe gevoerde gesprekken en ondernomen acties tegen de anti-homo- en NGO-wetgeving van Rusland door Nederland en de EU?

Vraag 2

Bent u van mening dat er voldoende juridische basis is om een statenklacht bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in te dienen tegen Rusland? Zo ja, bent u bereid om een statenklacht in te dienen? Wat is hierbij uw afwegingskader?

Vraag 3

Bent u van mening dat er voldoende juridische basis is om krachtens artikel 8 van het statuut van de Raad van Europa een schorsingsprocedure in gang te zetten? Zo ja, bent u bereid hiervoor het initiatief te nemen en draagvlak te creëren bij de andere lidstaten? Wat is uw afwegingskader bij het al dan inzetten van een schorsingsprocedure?

Vraag 4

Hoe staat u tegenover de maatregel van schorsing van Russische parlementariërs door de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa?

Vraag 5

Bent u bereid om een EU-resolutie tegen Rusland door de VN-Mensenrechtencommissie te entameren?

Vraag 6

Welke andere middelen heeft Nederland tot zijn beschikking om Rusland te beïnvloeden? Welke overweegt u in te zetten?

Naar boven