Vragen van het lid Van Toorenburg (CDA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Doodgestoken Zweedse deed aangifte van bedreiging» (ingezonden 17 september 2013).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht «Doodgestoken Zweedse deed aangifte van bedreiging»?1

Vraag 2

Klopt het dat de Zweedse studente die op 10 september 2013 in Den Bosch is doodgestoken, in augustus 2013 bij de politie aangifte heeft gedaan van ernstige bedreiging door haar ex-vriend?

Vraag 3

Klopt het dat die aangifte door de politie nog in behandeling genomen moest worden?

Vraag 4

Klopt het dat de politie in Den Bosch niet over voldoende menskracht beschikt om aangiftes als deze met de benodigde spoed in behandeling te nemen?

Vraag 5

Op welke wijze wordt in de regel prioriteit aangebracht in de behandeling van aangiftes? Is dat ook in dit geval gebeurd?

Vraag 6

Welke maatregelen neemt u om ervoor te zorgen dat aangiftes van ernstige bedreiging door de politie adequaat worden behandeld?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Kooiman (SP), ingezonden 16 september 2013 (vraagnummer 2013Z17476).


X Noot
1

ANP, 13 september 2013

Naar boven