Vragen van het lid Smaling (SP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat jonge onderwijzers in grote getale werkloos raken (ingezonden 19 augustus 2013).

Vraag 1

Kent u het bericht «Werkloosheid slaat toe in het onderwijs»?1

Vraag 2

Hoe oordeelt u over het in het artikel genoemde voorbeeld van jonge docenten die telkens vlak voor de zomervakantie worden ontslagen om vervolgens na de vakantie mogelijk weer in tijdelijke dienst te worden genomen?

Vraag 3

Hoe staat het toenemend aantal tijdelijke contracten in het onderwijs volgens u in verhouding tot de continuïteit van kwaliteit en de overdracht van kennis en vaardigheden van ervaren docenten op jonge leraren?

Vraag 4

Deelt u de in het artikel genoemde angst dat jonge docenten na het zoveelste tijdelijke contract dreigen af te haken en daarmee verloren gaan voor het onderwijs?

Vraag 5

Herkent u zich in de zorgen die onder andere de PO-raad2 uitte over de vele stille bezuinigingen die scholen dwingen tot het ontslaan van personeel of het werken met onzekere tijdelijke contracten?3

Vraag 6

Bent u op de hoogte van het feit dat zowel het Uitvoeringsorgaan werknemersverzekeringen (UWV) als vakbonden en werkgeversorganisaties in het onderwijs over enkele jaren een tekort aan docenten verwachten? Deelt u de angst van deze organisaties dat de nu afhakende jonge leraren in zo’n geval keihard nodig zouden zijn?

Vraag 7

Bent u van mening dat de kwaliteit van het onderwijs gebaat is bij een sterk vergrijsd en dus onevenwichtig personeelsbestand, zoals dat nu dreigt te ontstaan door het vertrek van steeds meer jonge leraren?

Vraag 8

Gaat u op korte termijn in gesprek met de werkgevers in het onderwijs om het aantal tijdelijke contracten terug te dringen en daarmee meer jonge docenten te behouden voor het onderwijs?


X Noot
1

De Volkskrant, 16-8-2013

X Noot
2

PO-raad: Raad voor primair onderwijs

Naar boven