Vragen van de leden Visser en De Caluwé (beiden VVD) aan de ministers voor Wonen en Rijksdienst en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de organisatie «Dutch International Guarantees for Housing» (DIGH) (ingezonden 29 juli 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met de organisatie «Dutch International Guarantees for Housing» (DIGH)? Klopt het dat DIGH specifiek zorgt voor woningenbouw in ontwikkelingslanden en dat Nederlandse woningcorporaties garant staan voor DIGH-leningen? Wat is de omvang van alle nog lopende leningen, welke looptijd kennen deze leningen en voor hoeveel euro staan woningcorporaties in totaal garant en om welke woningcorporaties gaat het op dit moment?

Vraag 2

Aangezien woningcorporaties weer geborgd worden door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), dat op haar beurt weer geborgd wordt door de Rijksoverheid en gemeenten, deelt u de analyse dat in feite de Nederlandse overheid garant staat voor de DIGH-leningen en dus zorgt voor woningenbouw in ontwikkelingslanden?

Vraag 3

Vallen de leningen en garantstellingen onder de formele ODA-criteria voor ontwikkelingssamenwerking, of komen deze nog eens bovenop het huidige budget voor ontwikkelingssamenwerking?

Vraag 4

Komen de doelstellingen van de leningen en garantstellingen overeen met de doelstellingen van de nota «Wat de wereld verdient» waarin het handels- en ontwikkelingssamenenwerkingsbeleid voor de komende jaren staat beschreven?

Vraag 5

Worden momenteel nog leningen voor woningbouw in ontwikkelingslanden met impliciete overheidsgaranties verstrekt? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot begrotingsregel 25 waarin het «nee, tenzij beleid» ten aanzien van garanties is opgenomen?

Vraag 6

Zijn de garanties voor DIGH-leningen onderworpen aan een voor alle garantieregelingen geldende periodieke toetsing op nut en noodzaak?

Vraag 7

Is conform het aangescherpte garantiebeleid voor de garantstellingen een (marktconforme) kostendekkende premie betaald door de eindgebruiker? Waaraan is deze premie ten goede gekomen?

Vraag 8

Hoe beoordeelt u de financiering van sociale woningbouwprojecten in ontwikkelingslanden, via DIGH-leningen door woningcorporaties in het licht van de voornemens in het Regeerakkoord over de kerntaken van woningcorporaties en de berichten in de medio over stopzetten van investeringsprojecten in Nederland door woningcorporaties? Bent u van mening dat dergelijke activiteiten niet tot de kerntaken van woningcorporaties dienen te behoren en dat woningcorporaties zich nu en in de toekomst alleen op de sociale woningbouw in Nederland dienen te richten?

Naar boven