Vragen van het lid Maij (PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over ongedocumenteerde alleenstaande minderjarige vreemdelingen (ingezonden 5 juli 2013).

Vraag 1

Herinnert u zich de zorgen die eerder zijn uitsproken over het ongedocumenteerd zijn van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’s) die geen recht hebben op asiel in Nederland?1

Vraag 2

Hoeveel ongedocumenteerde AMV’s bevinden zich in Nederland? Hoe groot is gemiddeld het deel van de totale instroom van AMV’s dat ongedocumenteerd is?

Vraag 3

Op welke wijze waarborgt u dat ongedocumenteerde AMV’s niet extra kwetsbaar zijn voor uitbuiting, kinderhandel en een rechteloos bestaan in de illegaliteit in Nederland?

Vraag 4

Deelt u de mening dat een identiteitsbewijs die kwetsbaarheid van AMV’s kan verkleinen? Deelt u daarnaast de mening dat een AMV-pasje geen dubbel signaal hoeft af te geven als dit geen rechtmatig verblijf oplevert, geen extra rechten in het leven roept en de AMV’s niet ontslaat van de verplichting om te werken aan terugkeer naar het land van herkomst? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Op welke wijze waarborgen andere Europese lidstaten dat ongedocumenteerde AMV’s die niet in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning, voldoende beschermd zijn tegen uitbuiting en kinderhandel? Welke lidstaten verlenen deze AMV’s rechtmatig verblijf en/of een identiteitsdocument? Kunt u bij dit antwoord in ieder geval het Duitse beleid betrekken?

Vraag 6

Waarom is het noodzakelijk om voor het verstrekken van een identiteitspas aan ongedocumenteerde AMV’s een wettelijke grondslag te creëren, nu die pas op zichzelf geen nieuwe wettelijke rechten in het leven roept? Welke varianten van de pas zijn er waarbij dit niet vereist is?2


X Noot
1

Algemeen overleg over het asiel- en vreemdelingenbeleid van 19 juni 2013. U heeft hier bij brief van 1 juli 2013 schriftelijk op gereageerd, conform de in het algemeen overleg gedane toezegging

X Noot
2

Dit schrijft u in uw schriftelijke reactie van 1 juli 2013.

Naar boven