Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de staatssecretarissen van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu over het beschadigen en weghalen van een beverburcht door het waterschap (ingezonden 12 juni 2013).

Vraag 1

Bent u ervan op de hoogte dat aangifte is gedaan tegen waterschap Peel en Maasvallei op 25-04-2012 wegens het vernietigen van een beverdam en op 22-04-2013 wegens het beschadigen van een beverdam?

Vraag 2

Het verstoren van inheemse soorten en zeker beschermde soorten, zoals de bever, is in strijd met de Flora- en faunawet; wat zijn de voorwaarden waaronder ontheffing gevraagd kan worden van deze wet? Wat is de procedure in dezen, hoe vaak wordt hier gebruik van gemaakt en in hoeveel gevallen wordt zo’n verzoek gehonoreerd en op welke basis?

Vraag 3

Klopt het dat in bovengenoemde gevallen geen ontheffing is aangevraagd? Indien deze niet is aangevraagd, welke kans had een aanvraag op goedkeuring? Indien deze wel is aangevraagd, wanneer was dit en om welke redenen?

Vraag 4

Welke consequenties verbindt u eraan als het waterschap niet conform de Flora- en faunawet heeft gehandeld en welke consequenties verbindt u aan het niet aanvragen van een ontheffing? Bent u bereid het waterschap in dezen een berisping te geven, indien het geen ontheffing heeft gekregen van de Flora- en faunawet? Welke stappen gaat u nemen om te voorkomen dat dit in de toekomst gebeurt?

Vraag 5

Zijn er andere waterschappen waar verstoring van bevers en andere overtredingen van de Flora- en faunawet plaatsvinden? Wat is het beleid hieromtrent en hoe wordt hierop toegezien?

Vraag 6

Wat kunnen burgers doen indien zij verstoringen van flora en fauna door het waterschap vaststellen?

Vraag 7

Zijn de waterschappen afdoende op de hoogte van de Flora- en faunawetgeving omtrent beschermde soorten en hun plicht deze niet te verstoren en de plicht tot ontheffingsaanvraag? Wat gaat u doen om de communicatie richting waterschappen in dezen te verbeteren?

Naar boven