Vragen van het lid Schouw (D66) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de vraag waarom rechters geen grondig feitenonderzoek zouden mogen plegen in asielzaken (ingezonden 11 juni 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het promotie onderzoek van dr. mr. H.J.M. Baldinger «Rigorous Scrutiny versus marginal review, Standards on judicial scrutiny and evidence in international and European asylum law»?

Vraag 2

Bent u van mening dat het van groot belang is dat de rechter een onafhankelijk en grondig onderzoek moet kunnen verrichten bij de beoordeling van besluiten waarbij asiel is geweigerd? Zo ja, wat verstaat u hier precies onder?

Vraag 3

Onderschrijft u de conclusie van Baldinger dat de marginale toetsing van de geloofwaardigheid van het asielrelaas in strijd is met het internationale en Europese recht? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Bent u genoodzaakt op basis van de in het onderzoek aangehaalde internationale en Europese bepalingen en jurisprudentie de Nederlandse praktijk aan te pakken, eventueel met een wetswijziging? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Is de marginale toetsing zoals die in Nederland wordt toegepast uniek in de Europese Unie? In welke landen is er wel sprake van een volle toetsing?

Vraag 6

Heeft u kennisgenomen van artikel 46, derde lid,van de binnenkort aan te nemen Procedurerichtlijn luidende: «Member States shall ensure that an effective remedy provides for a full and ex nunc examination of both facts and points of law»? Welke implicaties heeft dit voor de Nederlandse asielprocedure? Op welke wijze en op welke termijn gaat u uitvoering geven aan deze bepaling?

Naar boven