Vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over de monitoring in het kader van Natura 2000 (ingezonden 7 juni 2013).

Vraag 1

Op welke wijze gaat u in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn uitvoering geven aan de onder meer door de Europese Commissie gewenste monitoring van het voorkomen en de kwaliteit van habitattypen en soorten ten behoeve van onder meer het up-to-date houden van de Standaardgegevensformulieren?

Vraag 2

Wanneer gaat u artikel 11 van de Habitatrichtlijn implementeren in nationale wetgeving?

Vraag 3

Gaat u ervoor zorgen dat in elk Vogel- en Habitatrichtlijngebied frequent het voorkomen van de relevante habitattypen en soorten wordt gemeten? Zo ja, hoe?

Vraag 4

In hoeveel Natura 2000-gebieden is de frequente monitoring van de ontwikkeling van habitattypen en soorten inmiddels goed geregeld en in hoeveel gebieden nog niet?

Vraag 5

Is voor iedere soort en habitattype in elk Natura 2000-gebied de begintoestand vastgelegd, zoals door de Europese Commissie in toelichting op artikel 6, lid 2, van de Habitatrichtlijn is aangegeven (Beheer van Natura 2000-gebieden. De bepalingen van artikel 6 van de habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG). Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen, 2000)? Zo ja, waar is deze begintoestand vastgelegd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Is de monitoring in het kader van artikel 11 van de Habitatrichtlijn zodanig opgezet dat de hiervoor genoemde begintoestand als referentiepunt genomen wordt?

Vraag 7

In hoeverre geeft de Landelijke Vegetatiedatabank van Alterra een goed beeld van alle waarnemingen die gedaan worden inzake het volgen van de oppervlakte en kwaliteit van habitattypen en soorten?

Vraag 8

Bent u bereid alle meet- en observatiegegevens van de afgelopen twintig jaar met betrekking tot het voorkomen van de Noordse woelmuis (H1340) in Natura 2000-gebied Haringvliet naar de Kamer te sturen?

Vraag 9

Bent u bereid voor de habitattypen H3130 (zwak-gebufferde vennen) en H6410 (blauwgraslanden) in Natura 2000-gebied Stelkampsveld, voor het habitattype H7110A (actieve hoogvenen) in het gebied Engbertsdijksvenen, voor het habitattype H7140B (veenmosrietlanden) in het gebied Nieuwkoopse Plassen & De Haeck en voor de soort H1340 (Noordse woelmuis) in het gebied Eilandspolder aan te geven wanneer en op welke wijze metingen zijn gedaan om de ontwikkeling van oppervlakte, kwaliteit, aantallen en dichtheid van de betreffende habitattypen en soorten te kunnen volgen?

Vraag 10

Bent u bereid ervoor te zorgen dat belanghebbenden rechtstreeks en gratis inzage kunnen krijgen in de voor het betreffende gebied in de Nationale Databank Flora en Fauna opgenomen data?

Vraag 11

Bent u bereid voor die Vogel- en Habitatrichtlijngebieden waar het Rijk het bevoegd gezag is belanghebbenden rechtstreeks en gratis inzage te bieden in de voor de betreffende gebieden in de Nationale Databank Flora en Fauna opgenomen data?

Naar boven